Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1QQ/I
Registratienummer
Dienst/afdeling ROEZ/GEP/VG
Aantal bijlagen geen
Raadsvoorstel
Betreft: Verkoop van grond, gelegen aan de Ettensebaan te Breda, aan Ontwikkelingsmaat
schappij Röttger I B.V. te Rotterdam, voor de bouw van een woonboulevard.
Geruime tijd geleden benaderde ontwikkelingsmaatschappij Röttger uit Rotterdam ons
college met het verzoek een woonboulevard te realiseren in Breda. Aan dat verzoek wilden
wij voldoen en daarom stelden wij u voor in het bestemmingsplan "Heilaar-Steenakker" een
locatie aan de Ettensebaan daarvoor de bestemmen. Vervolgens diende genoemde ontwikke
lingsmaatschappij een bouwplan in en werd een anticipatieprocedure gevolgd, die echter
nogal wat tijd vergde. Eerst op 18 mei 1994 konden wij een bouwvergunning verlenen. Om
de bouw van de woonboulevard niet verder te vertragen stellen wij u voor de daarvoor
benodigde grond aan Ontwikkelingsmaatschappij Röttger I B.V. te verkopen.
1. Te besluiten tot verkoop van bouwgrond, gelegen aan de Ettensebaan, aan Ontwikke
lingsmaatschappij Röttger I B.V., Vlaardingweg 11, 3044 CJ Rotterdam door vaststelling
van het bijgevoegde concept-raadsbesluit.
Motivering/Toelichting
Zoals in de inleiding reeds is vermeld verzocht Ontwikkelingsmaatschappij Röttger ons
college geruime tijd geleden een woonboulevard te mogen realiseren in Breda. Genoemde
ontwikkelingsmaatschappij kwam tot dit verzoek, omdat het bekend is dat de consument
graag op een locatie het assortiment bekijkt en vergelijkt van meerdere aanbieders.
Bovendien maakt het landelijk beleid perifere detailhandel dat mogelijk voor de meubelde
tailhandel en de woninginrichting c.a.
Omdat wij het wenselijk achten een krachtig koopcentrum te realiseren, waarin plaatselijke
en landelijke aanbieders uit meerdere segmenten van de woninginrichtingsmarkt vertegen
woordigd zullen zijn, besloot ons college in het ontwerp-bestemmingsplan "Heilaar-Steenak
ker" een locatie aan de Ettensebaan zodanig te bestemmen, dat daarop een woonboulevard
kan worden gerealiseerd. Vervolgens ontwikkelde genoemde maatschappij in samenwerking
met architectenbureau Sramota en Naaijer uit Rotterdam een bouwplan, waarvoor een
anticipatieprocedure werd gevolgd. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant weigerde echter
de gevraagde verklaring van geen bezwaar af te geven wegens het ontbreken van de
urgentie en gelet op de bezwaren uit de omgeving.
De bezwaren uit de omgeving waren er tevens oorzaak van dat Gedeputeerde Staten van
Noord-Brabant goedkeuring onthielden aan het ontwerp-bestemmingsplan "Heilaar-
Steenakker". Gedeputeerde Staten adviseerden ons college evenwel de onthouding van
goedkeuring aanhangig te maken bij de afdeling Rechtspraak van de Raad van State, opdat
deze een uitspraak zou kunnen doen over de bezwaarschriften. Genoemd rechtscollege
verklaarde de bezwaren ongegrond en daardoor werd het voor ons college mogelijk op 18
Inleiding
Voorstel