4
Raadsvoorstel vervolg/ 152
beschermd stadsgezicht als de benodigde wijzigingsvergunning voor het monument zijn bij
die gelegenheid verleend. Indien aanvullende wijzigingen dienen te worden aangebracht
zullen die in overleg met de gemeente (WAM, het betreft hier een door de gemeente te
verlenen vergunning) afgehandeld kunnen worden.
Sloopvergunning
Voor de sloop van het eerder genoemde ingangs/toiletgebouw zal door de eigenaar ten
behoeve van het bouwrijp opleveren van de grond een sloopvergunning dienen te worden
aangevraagd. Zowel in het kader van de monumenten- als de bouwvergunning bestaat
hiertegen geen bezwaar.
Verwervingen
De levering van het pand van St. Joost (St.Janstraat 18), inclusief het niet in dit project
betrokken pand St. Janstraat 20, is in een overeenkomst met de Hogeschool West-Brabant
vastgelegd.
Grondsanering
Tijdens het bouwrijp maken van de grond t.b.v. Ie fase is de nabij het gebouw gelegen
vervuiling reeds gesaneerd. In hoeverre de grond onder het te slopen gebouw vervuild is zal
eerst na de sloop kunnen worden vastgesteld. De verwachting is echter dat de eventuele
vervuiling geen beletsel voor de nieuwbouw zal vormen.
Bouwhistorisch onderzoek
Ter oriëntatie heeft reeds bij de voorbereiding van de le fase een bouwhistorisch onderzoek
plaats gevonden. Later is dit aangevuld met een (in de vakantieperiode) uitgevoerd nader
onderzoek en heeft tevens de opmeting van het gehele pand plaatsgevonden.
Voor de aanvang van de verbouwing en tijdens de hieraan voorafgaande ontmanteling van
het gebouw zal nader destructief bouwhistorisch onderzoek plaats dienen te vinden. Op basis
van de hieruit naar voren komende gegevens is het mogelijk dat op bouwhistorische gronden
(kleine) aanpassingen van het ontwerp dienen te worden aangebracht.
Bouwtechnisch onderzoek
Voor zover dit mogelijk was in een in gebruik zijnd pand is de bouwtechnische staat van het
pand opgenomen. Nader, met name destructief, bouwtechnisch onderzoek kan eerst de
werkelijke bouwkundige staat van het gebouw vaststellen. Op basis hiervan kan het ook
vanuit bouwtechnisch oogpunt noodzakelijk blijken om aanpassingen in het ontwerp aan te
brengen.
FINANCIEN
Ter zake zullen de volgende aspecten aan de orde worden gesteld waarbij uitgegaan wordt
van:
- de geformuleerde randvoorwaarden volgens raadsbesluit van mei 1991;
- het op 19 december 1991 door uw raad genomen besluit inzake de realisering van het
project met de daarbij behorende financiële overzichten;
- het in het investeringsplan 1994 aanvullend opgenomen investeringsvolume.