Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1994/158
Registratienummer 948502339
Dienst/afdeling DSB AVS
Aantal bijlagen
Betreft: Eindevaluatie van de proef met gescheiden inzameling van huishoudelijk afval
"Model Breda" en het beëindigen van de samenwerkingsovereenkomst met de Stichting
Verpakking en Milieu.
Inleiding
Op 29 april 1992 besloot uw raad tot het aangaan van een samenwerkingsovereenkomst*
met de Stichting Verpakking en Milieu, waarbij de de gemeente Breda en deze stichting
overeenkwamen om binnen de voor Breda gekozen afvalinzamelstructuur een proef te doen
met het gescheiden inzamelen van gebruikte verpakkingen. Achtergrond van deze proef
vormde het door de Stichting Verpakking en Milieu met de rijksoverheid gesloten "Conve
nant Verpakkingen". Daarbij is o.m. overeengekomen om op de schaal van een grote
gemeente een proef te doen om inzicht te verkrijgen in de randvoorwaarden voor een zo
breed en hoogwaardig mogelijke herverwerking van gebruikte verpakkingen uit huishoude
lijk afval.
De proef maakt deel uit van het door het Ministerie van V.R.O.M. opgezette en begeleide
Aktieprogramma Afvalscheiding Droge Componenten (A.D.C.). Dit programma moet
uiteindelijk voorzien in de omschrijving van en de keuze voor een landelijk systeem voor de
gescheiden afvalinzameling van een aantal droge componenten uit het huishoudelijk afval.
De proef kent een looptijd van anderhalf jaar. Per 1 juli 1994 zouden betrokken partijen de
proef beëindigen en op basis van een evaluatierapport nadere besluitvorming plegen.
Partijen zijn evenwel tot de conclusie gekomen dat het noodzakelijk is de proef tot 1
oktober 1994 te verlengen om tot een verantwoorde afbouw te komen.
Dit voorstel bevat een nadere argumentatie om de proef met drie maanden te verlengen en
gaat nader in op de conclusies en aanbevelingen in het evaluatierapport.
Voorstel
1Kennis te nemen van het rapport betreffende de evaluatie van de proef met gescheiden
inzameling van huishoudelijk afval volgens Model Breda.
2. In te stemmen met een verlenging van de onder 1. bedoelde proef tot uiterlijk 1 oktober
1994, onder goedkeuring van een extra bijdrage van f 35.000,— uit de projectbegroting
van de proef "Model Breda".
3. In te stemmen met de door burgemeester en wethouders voorgestelde, doch van de
overeenkomst met de Stichting Verpakking en Milieu d.d. 29-04-1992 afwijkende,
schadevergoedingsregel ing
4. De structuur voor het gescheiden inzamelen van huishoudelijk afval definitief vast te
stellen volgens het oorspronkelijk vastgestelde inzamelsysteem (Model 11).
5. Burgemeester en wethouders te machtigen om:
a) op basis van de besluitvorming over het Actieprogramma Afvalscheiding Droge
Componenten nadere invulling te geven aan het te voeren beleid met betrekking tot de
inzameling van verpakkingsmaterialen, voor zover die bestaan uit kunststoffen, metalen
en drankenkartons;
b) de overeenkomst inzake de afzet en bewerking van oud-papier-karton te verlengen;
c) de overeenkomst inzake de inzameling en bewerking van glas eveneens te verlengen,
e.e.a. nadat de commissie M.A.P. daarover is gehoord.