2
Raadsvoorstel vervolg/ 52
Motivering/Toelichting
ad mogelijkheid a:
de woning wordt verlaten en afgebroken en de eigenaren betrekken een andere woning. Het
directe gevolg hiervan is, buiten de huisvestingsproblemen, een bruto verlies op dit moment
voor de Gemeente Breda van 115.000,-. De bestaande hypotheek met een restant-
hoofdsom van 155.708,— moet dan immers ineens afgelost worden. Als het rijk deelneemt
in dit verlies wordt 50% door het rijk betaald, waarna voor de gemeente Breda een verlies
resteert van 57.500,—.
ad mogelijkheid b:
de woning wordt verlaten, afgebroken en betrokkenen bouwen op dezelfde plek een nieuwe
woning.
De hypotheek op de thans nog bestaande woning dient dan eveneens te worden afgelost,
terwijl voor de financiering van de nieuwbouw weer een hypotheek moet worden afgesloten.
In totaal is nodig een hypotheek van 260.000,—, waarmee dus de bestaande hypotheek
wordt afgelost. Het restant is dan nodig voor sloop van de bestaande woning, bodemonder
zoek, plaatsen van een noodwoning, leges bouwvergunning, financieringskosten en de
herbouw (vindt plaats in eigen beheer).
De bouwkosten voor de nieuwe woning zijn mede zo laag omdat betrokkenen al over heel
veel materialen beschikken en het nog benodigde materiaal tegen inkoopsprijs kunnen
krijgen.
Afdeling Bouw- en Woningtoezicht heeft de begroting voor de bouw gecontroleerd en noemt
de begroting zeer reëel. Naar de mening van Bouw- en Woningtoezicht is de nieuwe woning
bij gereedkomen van de ruwbouw al zo'n 200.000,— waard en na afbouw wordt de waarde
geschat op zeker 300.000,-De "normale" gemeentegarantie op basis van de Regeling
deelneming in garanties woninggebonden subsidies en daarmee 50% rijksdeelneming in een
eventueel verlies, is in het onderhavige geval niet mogelijk, omdat de kosten voor het
verkrijgen in eigendom van de woning volgens deze Regeling niet meer dan 250.000,--
mogen bedragen; derhalve is de enige mogelijkheid een garantie van de gemeente Breda met
100% risico voor de gemeente. De aanvrage van betrokkenen is overigens wel getoetst aan
de normen van de Bemiddelende Organen die worden gehanteerd bij garanties particuliere
woningbouw waarop de Regeling deelneming in garanties woninggebonden subsidies
onverkort van toepassing is en voldoet geheel aan deze normen.
Er is bij keuze voor deze mogelijkheid dus geen direct verlies, maar er wordt wel een zeker
risico aangegaan. Gezien de verhouding hypotheek - waarde nieuwe woning lijkt dit risico
alleszins aanvaardbaar.
De heer Speekenbrink en mevrouw Meursing hebben inmiddels een civiele procedure
aangespannen tegen zowel de verkopers van het pand als de taxateur die bij de aankoop het
taxatierapport heeft opgesteld. De verwachting van de advocaat van betrokkenen is dat de
uitspraak een tussenvonnis zal zijn, waarbij aan de heer Speekenbrink en mevrouw Meursing
een bewijsopdracht zal worden gegeven dat de tegenpartij op de hoogte had kunnen zijn van
de slechte toestand van het pand.
Ter extra zekerheid stellen wij voor als voorwaarde op te nemen dat wanneer betrokkenen
een schadevergoeding ontvangen, zij deze schadevergoeding, na aftrek van de gemaakte
kosten, dienen aan te wenden ter extra aflossing op de hoofdsom met een limitering van deze
extra aflossing tot aan de executiewaarde van de woning.