3
Raadsvoorstel vervolg/1 63
Deze reserve wordt gevormd uit de bij de screening van reserves en
voorzieningen vrijgekomen gelden. De gelden zijn bij de kadernota 1995
ingebracht als dekking voor verscheidene investeringsprojecten;
- rente-reserve stadskantoor ad f 4.739.516,-
Deze reserve is gevormd uit de terugontvangen B.T.W. over de stich-
tingskosten van stadskantoor I. De gelden zullen worden ingezet ter
verlaging van de huisvestingslasten van stadskantoor I en II. De
besluitvorming hierover zal bij de begroting 1995 plaatsvinden.
- reserve herziening wet uitkering wegen ad f 378.032,-
Deze reserve is gevormd uit de overgebleven stelpost die bij de
begroting 1993 was ingesteld voor de onderhoudsverplichtingen van de
in het kader van de wet herziening wegbeheer naar de gemeente
overgehevelde wegen;
- voorziening bodemsanering ad f 3.940.000,-
Bij de kadernota 1995 is besloten de voorziening bodemsanering in te
stellen. Hiervoor is een bedrag van f 4.000.000,- afgezonderd van de
algemene reserve. Tevens zijn twee claims betreffende bodemsanerings
projecten van de algemene reserve naar deze voorziening overgegaan;
- reserve wet voorziening gehandicapten ad f 994.000,- (bij G.S.D. thans
SAW) Deze reserve wordt gevormd uit de overgebleven gelden op de
stelpost voorbereiding/uitvoering wet voorziening gehandicapten;
- reserve cultuur-historische publicaties ad f 59.098,- (bij archief
dienst thans Bestuursdienst)
Deze reserve is gevormd uit de gelden van het project "de geschiedenis
van Breda".
Daarnaast wordt voorgesteld de rente-egalisatiereserve en reserve egalisatie-gaswinstuitke-
ring samen te voegen met de saldireserve.
Voorgesteld wordt voorts de kosten van archeologische opgravingen ad f 155.000,- op het
Chassé-terrein ten laste te brengen van de budgetegalisatiereserve van de dienst Welzijn.
Voor wat betreft besluit nr. 3, de bestemming van het batig saldo voor 1993, verwijzen wij
u kortheidshalve naar de toelichting onder het hoofdstuk "Algemeen" van de concernjaar
rekening 1993.
Consequenties
Behoudens later in rechte gebleken onregelmatigheden, ontlast het besluit tot vaststelling
van de jaarrekening de leden van het college van burgemeester en wethouders ten aanzien
van het daarin verantwoorde financieel beheer.