gezicht van het project. Om het project succesvol te laten
zijn dient het herkenbaar en bekend te zijn. Bekendheid bij
bedrijven, burgers, maatschappelijke instellingen, politiek,
ambtenaren e.d. is essentieel voor het welslagen van het
project. Voor de noodzakelijke communicatie is derhalve binnen
deze begrotingspost een bedrag van 4 0.000,opgenomen. Ten
laste van dit budget dient o.a.: een naam, een logo en een
correspondentiereeks (briefpapier, brochures e.d.) ontwikkeld
te worden; dient de landelijke presentatie uit gefinancierd te
worden en dienen regelmatig periodieken verzorgd te worden.
3.3.4. Scholinas- en overige kosten:
De meeste programma's zullen door de RWS worden uitgevoerd.
Hiervoor ontvangen zij jaarlijks 750.000,subsidie van de
gemeente. Deze post is derhalve bedoeld voor scholing die niet
door de RWS kan worden verzorgd. Tevens dient dit bedrag als
post onvoorzien.
3.4. Toelichting op de dekking:
3.4.1. Rijkssubsidie f 18.000.
Op 5 juli 1995 heeft minister Melkert het experiment gehono
reerd en voor de medefinanciering van de loonkosten van 150
arbeidsplaatsen 18.000,per jaar toegezegd. Op basis van
de in bijlage 5 berekende deelnemerskwartalen zal de gemeente
Breda bij volledige realisatie 5.625.000,subsidie ontvan
gen, en overigens weer doorbetalen aan Vedior-ASB (1.250
deeln.kw. 4 x 18.000,
3.4.2. Bestemminqsreserve werkgelegenheid/10% bespaarde
uitkering
Minister Melkert stelt 18.000,subsidie beschikbaar. Deze
subsidie bestaat uit het rijksaandeel in de gemiddelde be
spaarde bijstandsuitkeringen gecorrigeerd voor de naar ver
wachting optredende verdringing van werkgelegenheid 10%)
Minister Melkert verwacht dat de gemeente haar aandeel (10%)
in de gemiddelde bespaarde bijstandsuitkeringen, ter financie
ring inzet. Deze besparing treedt momenteel echter niet op. De
deelnemers aan dit project verlaten immers de uitkering en
tellen bij de vaststelling van de algemene uitkering uit het
gemeentefonds dan ook niet mee als uitkeringsgerechtigde.
Hierdoor wordt de algemene uitkering lager vastgesteld en
treedt de besparing feitelijk niet op. Deze constatering is
een tegenvaller, omdat tijdens de gehele planvoorbereiding wel
rekening is gehouden met de inzet van het gemeentelijk aandeel
in de bespaarde uitkeringen.
Inmiddels is van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgele
genheid vernomen dat deelnemers aan de experimenten wellicht
dezelfde status krijgen als J.W.G.-ers en derhalve bij het
vaststellen van de algemene uitkering blijven meetellen als
bijstandsgerechtigden. Wanneer deze maatregel wordt doorge
voerd wordt geadviseerd het gemeentelijk aandeel in de be
spaarde uitkeringen alsnog ter financiering van dit experiment
in te zetten. Inmiddels zijn er contacten met zowel het minis
terie als de VNG waarin sterk wordt aangedrongen op deze maat
regel. Zolang hier echter nog geen duidelijkheid over bestaat,
8