Gemeente Breda m 1995/179 GEMEENTE BREDA RAADSVOORSTEL Registratienummer Dienst/afdeling 958001742 SAW/SZ BETREFT Evaluatie uitvoering Wet voorzieningen gehandicapten. INLEIDING Met ingang van 1 april 1994 is, met de invoering van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg)de gemeente verantwoordelijk geworden voor het treffen van gehandicaptenvoorzieningen op de terreinen wonen, verplaatsing en vervoer. Hiermee zijn een groot aantal voorzienengen uit de sfeer van de sociale verzekering overgeheveld naar een nieuwe sociale voorziening. Voor de belanghebbenden betekent dit een overgang van uitgangspunten van schadecom- pensatie (verzekering) naar uitgangspunten van subsidiariteit en draagkracht (voorzieningen) De wetgever heeft met het doen overgaan van deze voorzieningen twee hoofd doelstellingen voor ogen gehad: het openstellen van de oude AAW-voorzieningen voor ouderen (vanaf 65 jaar) en het indammen van de kostenontwikkeling van met name woon- en vervoersvoorzieningen. Met de decentralisatie werd beoogd om de beleidsverantwoordelijkheid op lokaal niveau te leggen, waarbij het pakket van voorzieningen kon worden afgestemd op de plaatstelijke situatie en mogelijkheden. De beleidsverant woordelijkheid gaat echter gepaard met budgettaire verantwoordelijkheid. De gemeente kreeg voor de uitvoering van de nieuwe Wvg de beschikking over de middelen, die voorheen voor de AAW-groep werden ingezet. Met deze middelen diende zij echter ook de groep boven 65 jaar te bedienen, een groep die volgens prognoses evengroot was als de AAW-groep. Toegevoegd werd het RGSHG- budget (de RGSHG kende geen leeftijdsgrens)echter niet voordat op deze middelen een korting van 25% was doorgevoerd. Aan gemeenten de taak om binnen de grenzen van deze middelen te voldoen aan de zorgplicht, die de Wet de gemeenten oplegt. De invulling van deze zorg, de eigenlijke voorzieningen, moeten op grond van de Wet worden vastgelegd in een gemeentelijke verordening. Dit is geschiedt in de vorm van de Verordening voorzieningen gehandicapten 1994, aangevuld met een Besluit financiële tegemoetkomingen voorzieningen gehandicapten en daarop gebaseerde beleidsre gels. Bij de totstandkoming van het Wvg-beleid zijn in verband met de financiële problematiek een aantal beheersmaatregelen gehanteerd. Zo is er ingezet op het hergebruik van voorzieningen, zijn een groot aantal financiële voorzie ningen afhankelijk gesteld van het inkomen, wordt gestreefd naar beheersing van uitvoeringskosten en wordt ingezet op substitutie van voorzieningen in geld, bijvoorbeeld door het aanbieden van collectief aanvullend vervoer tegen een betaalbare prijs. De uitvoering van de Wvg verkeert momenteel nog in de aanloopfase (1994- 1996) In deze periode is een budgetoverschot verwacht. Tot in 1999 zal daarentegen sprake zijn van een groeiperiode, waarin de aanspraken naar verwachting sterk zullen toenemen. Ultimo 1999 zullen alle 'ex-AAW'ers naar verwachting zijn ingestroomd. Ook bij een redelijk stabiel bestand vanaf de eeuwwisseling moet rekening gehouden worden met fluctuaties in de jaarlijkse uitgaven. Bij de ontwikkeling van beleid moet met dit langere termijn perspectief rekening worden gehouden. Om deze reden is het Wvg-budget voor haar doel gelabeld. Daarbij is een egalisatiereserve ingesteld: met een eventueel overschot in de aanloopperiode wordt een voorziening gecreëerd, voorlopig voor de duur van drie jaar, om sterke fluctuaties in de uitgaven in latere jaren te kunnen opvangen. De Verordening voorziet in een eerste volledige evaluatie van het beleid per 1 april 1995. Dat moment zou naar verwachting samenvallen met de eerste evaluatie door het rijk. De daaropvolgende rijks-evaluaties vinden twee jaar en drie jaar na invoering plaats. De rijksevaluaties zijn gericht op een beoordeling op hoofdlijnen van decentralisatie. De rijksevaluatie krijgt onder meer gestalte door de vorming van een 'evaluatie-panel' van 80 gemeen ten. Bij de deelnemers aan dit panel zal een meer diepgaand onderzoek worden ingesteld naar de effecten van decentralisatie van gehandicaptenvoorzienin gen. Breda maakt deel uit van dit panel. Inmiddels is echter vast komen te 1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 1026