Gemeente Breda
Raadsvoorstel 19S5 12
Registratienummer 946504343
Dienst/afdeling BD/DBKC/BJZ
Aantal bijlagen:
Betreft: Bezwaarschrift van dhr. M.J. van Rijen op grond van de
Algemene Wet Bestuursrecht, tegen het besluit van de raad tot afwij
zing van een verzoek om schadevergoeding.
Inleiding
Bij raadsbesluit van 29 maart 1994 is het verzoek van de heer M.J. van
Rijen om schadevergoeding op basis van art. 49 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening, afgewezen. Tegen dit besluit heeft Van Rijen een
bezwaarschrift ingediend op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Het bezwaarschrift is in handen gesteld van de commissie voor bezwaar-
en beroepschriften, die betrokkene op 13 september 1994 heeft gehoord.
Het verslag van de hoorzitting is in het ter inzage liggende proces
dossier toegevoegd.
Wij stellen u voor om overeenkomstig het advies van de commissie voor
bezwaar-en beroepschriften te beslissen. Dat advies is integraal
opgenomen onder de rubriek motivering/toelichting.
1. De door de heer M.J. van Rijen ingebrachte bezwaren ongegrond te
verklaren.
Motivering/Toelichting
De commissie voor bezwaar-en beroepschriften heeft het volgende
overwogen
Op 29 maart 1994 heeft de gemeenteraad het verzoek van M.J. van Rijen
tot het toekennen van een schadevergoeding ingevolge artikel 49 WRO
afgewezen. De raad volgde daarbij het advies van de eerder door de
raad benoemde schadebeoordelingscommissie, die geadviseerd had het
verzoek af te wijzen, omdat niet voldaan bleek aan het in de jurispru
dentie gestelde vereiste van een rechtens onaantastbare planologische
mutatie.
De commissie is van oordeel dat het verzoek om planschadevergoeding
terecht is afgewezen. Reclamant duidt in zijn bezwaren op de twee
volgende - naar zijn mening schadeveroorzakende - planologische
maatregelen:
1. Het besluit van burgemeester en wethouders d.d. 9 januari 1980
inzake vrijstelling ex art. 17(oud) WRO ten behoeve van het inrichten
van een woonwagenstandplaatsenlokatie voor 15 woonwagens aan de
Emerweg;
2.het besluit van burgemeester en wethouders d.d. 17 september 1991
inzake vrijstelling ex artikel 17 WRO voor het inrichten van een
Voorstel
