3
Raadsvoorstel vervolg/ 208
melijk uit bedrijven bestaan en er van het huidige schijventarief
bij het rioolrecht geen stimulans in de richting van huishoudens
gaat om het waterverbruik te beperken.
2. De wet verontreiniging oppervlaktewateren biedt geen ruimte tot
omslag van de zuiveringsheffing via de watermeter.
Dit is juist. Het voorstel is echter om het rioolrecht (dus de
gemeentelijke heffing) en niet de zuiveringsheffing via de water
meter om te slaan. Het omslaan van de zuiveringsheffing via de
watermeter is een lang gekoesterde wens van GroenLinks waar echter
inderdaad wetswijziging voor noodzakelijk is. In het waterschap
Alm en Biebosch zijn overigens wel gemeenten die in één factuur
onder verschillende posten het waterverbruik, het rioolrecht, de
zuiveringsheffing en de ingezetenenomslag laten betalen, wellicht
dat na de gemeentelijke herindeling eens over deze wijze van
facturering moet worden nagedacht.
3. Een aantal percelen is niet bemeterd.
Dit is juist. Van de 57.000 percelen zijn er 7000 niet bemeterd.
In elke gemeente waar op enige wijze een verband gelegd wordt
tussen waterverbruik en rioolrecht (in West Brabant nu 7, waaron
der Roosendaal) komt het voor dat er percelen zijn die niet zijn
bemeterd. Het gaat dan meestal om meergezinswoningen (flats) die
wel een centrale meter hebben. Het alsnog bemeteren in bestaande
woningen is duur. Het is echter niet zo dat deze mensen gratis
water ontvangen. Het waterverbruik van de centrale meter wordt per
huishouden omgeslagen. Hetzelfde zou dan kunnen gebeuren met het
rioolrecht
4. Bedrijven die zelf oppompen worden niet in de regeling betrokken.
Dit is juist. Voor het oppompen van grondwater door bedrijven
verleent de provincie vergunning. Dit onttrekt zich dus aan het
gezag van de gemeente. Voor het opgepompte water moet wel grondwa
terbelasting worden betaald. Om de milieudoelstelling te halen zal
de provincie strenger om moeten gaan met haar vergunningenbeleid.
Voor het gebruik van de riolering zullen aparte afsraken moeten
worden gemaakt. Dit is geen probleem omdat het om een betrekkelijk
gering aantal particulieren gaat die mogelijk bij het Hoogheem
raadschap bekend zijn.
5. Meeliften bij facturering met nutsbedrijf wordt moeilijk omdat
PNEM juist af wil van meeliften.
Dit is juist. Op dit moment wordt het watergebruik in rekening ge
bracht bij de elektriciteitsrekening van de PNEM en de PNEM wil
van dit meeliften af. Met het drinkwaterleidingbedrijf (N.V.
Waterleiding maatschappij 'Noord-West-Brabant' (WNWB)) zijn echter
afspraken te maken over het aanleveren van de gegevens zodat
gelijk met de OZB en het rioolrecht variabel in rekening gebracht
kan worden. Ook andere wijzen van facturering zijn denkbaar zoals
boven geschetst. Deze uitvoeringsperikelen moeten eerder als een
kans dan als een probleem gezien worden en mogen zeker geen
argument zijn om af te zien van het pricipe.
5. Het ontbreken van een structurele stimulans voor de burger omdat