Raadsvoorstel vervolg/
de totale kosten (voor de riolering en het oppompen en zuiveren
van water) toch moeten worden gedekt.
Zoals hierboven aangegeven gaat het dus niet om zuiveringslasten
maar voorlopig alleen om het rioolrecht. De kosten voor riolering
zullen inderdaad moeten worden gedekt. Deze kosten lopen door een
verminderd waterverbruik niet terug. Uit ervaring is gebleken dat
een dergelijk systeem van heffing leidt tot een grotere bewustwor
ding met betrekking tot de problematiek van de verdroging. Als
gevolg daarvan daalt het watergebruik met mogelijk 10% tot 30%
waarmee het doel wordt bereikt. De kosten voor het oppompen en
zuiveren van water worden dus wel degelijk lager. De milieubewust
handelende burger is in het voordeel. Waterbesparende investerin
gen worden eerder rendabel. De crux is dat milieu-belastend gedrag
nu geld gaat kosten terwijl dat tot op heden in onvoldoende mate
het geval is.
Consequenties
De omslag per kubieke meter water zal 1,00 gaan bedragen. Met de
WNWB zal overleg gevoerd moeten worden over de wijze van facturering.
Met bedrijven die zelf grondwater oppompen zullen afspraken gemaakt
moeten worden over het gebruik van het riool op basis van de nu
bestaande tarieven. De wijziging dient budgettair neutraal te verlo
pen. Wanneer de voorziene daling van het watergebruik inderdaad
plaatsvindt zal bij de behandeling van de begroting 1997 de heffing
van het rioolrecht per kubieke meter water moeten worden verhoogd.
Uitgangspunt is hierbij het rioolbedrijfsplan.
Communicatie
Het voorstel is toegezonden aan onder meer de Stichting Natuur en
Milieu, de Brabantse Milieufederatie, de Groene Koepel en het water
leidingbedrijf "WNWB". De milieuorganisaties hebben allen zeer posi
tief gereageerd. De "WNWB" heeft uitgebreid inhoudelijk gereageerd.
Deze reactie is in het voorstel verwerkt. Het is duidelijk dat een
dergelijke wijziging die geldt voor alle burgers van Breda een goed
voorlichtingstraject behoeft.
Commissiebehandeling
Over initiatiefvoorstellen zoals dit behoeft geen advies van de vaste
commissie van advies en bijstand aan burgemeester en wethouders te
worden gevraagd.