Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1995/212
Registratienummer 958002795
Dienst/afdeling Wlz/wwsr
Aantal bijlagen 0
Betreft: integrale inzet heroverweegbare gelden sociale vernieuwing
Inleiding
In het kader van de screening reserves en voorzieningen, hebben wij op
27 juni 1995 besloten om binnen de reserve van het fonds sociale
vernieuwing een bedrag van in totaal f 1,8 miljoen als heroverweegbaar
aan te merken. Wij willen deze éénmalige middelen inzetten binnen de
kaders van de Tijdelijke Wet Sociale Vernieuwing.
Voorstel
In te stemmen met de integrale inzet heroverweegbare
gelden sociale vernieuwing en deze als volgt in te zetten:
(éénmalige
1. buurtbudgetten
2. aadachtsgroepen
3. themagerichte activiteiten
4. budgetten volwasseneneducatie
t.b.v. Nederlands als tweede taal
5. buurtmeesters Gerardus Majella
en Heuvel
6. meerjareninvesteringsplan
totaal
f 350.000
f 300.000
f 150.000
f 256.000
f 110.000
f 624.000
f1.800.000
Motivering/Toelichting
Beknopte toelichting op de voorstellen
Wij adviseren u om de eerste drie voorstellen (subsidieregeling
buurtbudgetten, aandachtsgroepen en themagerichte activiteiten)die
heroverweegbaar worden gesteld, te handhaven conform eerder genomen
besluiten van de raad.
Wat in pricipe nog 'vrij' invulbaar is, zijn de middelen die waren
opgenomen om eventuele tekorten bij de BSW af te dekken. In totaal f 1
miljoen
1. buurtbudgetten f 350.000
In januari 1994 is de raad accoord gegaan met de instelling van een
subsidieregeling buurtbudgetten, voor een periode van in principe drie
jaar. Bij wijze van experiment is het buurtbudget beschikbaar gesteld
aan de door de raad vastgestelde zeven aandachtsbuurten van sociale
vernieuwing.
De buurtbudgetten hebben met name tot doel:
a. vergroting eigen betrokkenheid van de bewoners
b. bijdragen aan nieuwe vormen van samenwerking
c. impulsen geven aan alternatieve vormen van werkgelegenheid.
Het experiment zou na drie jaar worden geëvalueerd.
Daarbij gaat het om:
- een evaluatie over de besteding van de subsidie (activiteiten)
- een evaluatie van het experiment als proces van bestuurlijke