Gemeente Breda Raadsbesluit 1995/ 214 Registratienummer 956503951 Dienst/afdeling BD/BEL Aantal Bijlagen geen De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde overwegingen; gelet op de artikelen 220 tot en met 220h van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de "Veror dening onroerende-zaakbelastingen 1995". Artikel I Artikel 6, eerste lid wordt geschrapt. In de plaats daarvan wordt een nieuw eerste lid vastgesteld, luidende als volgt: 1. Voor elke volle 3.000,van de waarde in het economische verkeer bedraagt a. de gebruikersbelasting 6,12 b. de eigenarenbelasting 7,64 Artikel II Artikel 9 wordt geschrapt. In de plaats daarvan wordt een nieuw artikel vastgesteld, luidende: Artikel 9 Termijnen van betaling 1. De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen onroerende-zaakbe lastingen of andere heffingen 100,of meer doch minder dan 2.500,01 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in 6 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. 3. De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de zes termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalreke ning van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 1253