26 OKI. 1995
2
Raadsbesluit vervolg/ 214 A
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval
machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag
van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen rioolrecht of
andere heffingen 100,of meer doch minder dan 2.500,01
bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in 6 gelijke
termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de
maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslag
biljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een
maand later.
3. De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso
wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de zes termijnen
niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalreke
ning van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen
één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de
betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 15 wordt geschrapt. In de plaats daarvan wordt een nieuw
artikel vastgesteld, luidende als volgt:
Artikel 15 Nakoming van verplichtingen
De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene
wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en
60 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) dan wel bedoeld of van toe
passing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens arti
kel 246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college
van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeente
lijke belastingen.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na
die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 1996.
Artikel III
Artikel IV
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van
voorzitter.
secretaris.