2 Raadsbesluit vervolg/ 214 B In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen hondenbelasting of andere heffingen 100,of meer doch minder dan 2.500,01 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in 5 gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de maand volgende op de maand die in de dagtekening van het aanslag biljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. De in het tweede lid bedoelde machtiging tot automatische incasso wordt geacht niet te zijn verleend indien twee van de zes termijnen niet zijn betaald doordat automatische incasso van de betaalreke ning van de belastingschuldige niet mogelijk blijkt dan wel binnen één maand na afschrijving zijn gestorneerd. Alsdan gelden de betaaltermijnen als bedoeld in het eerste lid. Artikel III Artikel 14 wordt geschrapt. In de plaats daarvan wordt een nieuw artikel vastgesteld, luidende als volgt: Artikel 14 Nakoming van verplichtingen De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 50 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) dan wel bedoeld of van toe passing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens arti kel 246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeente lijke belastingen. Artikel IV 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 1996. Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 26 0 KT.199F voorzitter. secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 1258