35 Raadsbesluit vervolg/214 D HOOFDSTUK VI DELEGATIE Artikel 50 Nakoming van verplich tingen De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221) dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatre gel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeentelijke belas tingen. Artikel 51 Machtiging tot over dracht van bevoegdheden 1. 2. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het verlenen van schriftelijke toestemming met betrekking tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift voor ten hoogste een jaar. Het college van burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeenteambtenaren aanwijzen die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepa ling betreffende de heffing of de invordering van leges. HOOFDSTUK VII SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN Artikel 52 Inwerking treding, overgangsbe paling en citeertitel De "Legesverordening Breda 1995" van 26 oktober 1994, goedgekeurd bij besluit van 18 november 1994, nr. 94009214, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien ver stande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. Deze verordening treedt in werking met ingang van de acht ste dag na die van de bekendmaking. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden be paalde, blijft indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 1301