3
P P
Raadsvoorstel vervolg/
De geldigheidsduur van het Rioolbedrijfsplan is vijf jaar, vandaar dat
in hoofdstuk 6 voor de periode 1994 tot en met 1998 een planning van
de uitvoering van werken en een overzicht van de financiële consequen
ties wordt gegeven.
Tot slot wordt in de inleiding vermeld dat de inhoud van het plan
aansluit op wat er staat in het Gemeentelijk Milieubeleidsplan
(G.M.P.) over riolering.
A 2. Hoofdstuk 2: Rioolbeheerplan (van 1991)
In hoofdstuk 2 wordt een samenvatting gegeven van het Rioolbeheerplan
(van 1991) dat op 21 maart 1992 door de gemeenteraad is vastgesteld.
In vogelvlucht wordt aandacht besteed aan de historie van het Bredase
rioolstelsel, de omvang van het stelsel, de aanwezige stelseltypen en
aan de ontwikkelingen op milieugebied die van belang zijn voor het
rioolbeheer
Zo zijn er in 1990 door de provincie en door de Brabantse waterschap
pen nieuwe eisen geformuleerd voor bestaande en nieuw aan te leggen
rioolstelsels. Deze eisen zijn gebaseerd op de doelstelling van
provincie en waterschappen, om de vervuiling van het oppervlaktewater
als gevolg van lozing van ongezuiverd rioolvuil fors te reduceren (met
tenminste 50% ten opzichte van de situatie in 1985)De gemeente Breda
onderschrijft in het Rioolbeheerplan nadrukkelijk deze doelstelling,
maar kiest vervolgens niet zonder meer voor uitvoering van de maatre
gelen aan rioolstelsels die door de provincie en de waterschappen
worden aanbevolen. Het Rioolbeheerplan Breda bevat een aangepast
pakket maatregelen, nauwkeurig afgestemd op de lokale omstandigheden,
met name omdat niet alle aanbevolen maatregelen in Breda in de lokale
omstandigheden uitvoerbaar zijn en omdat daarmee tegen lagere kosten
dezelfde doelstelling kan worden gehaald.
In het Rioolbeheerplan wordt voor de periode 1992-2006 op hoofdlijnen
aangegeven op welke wijze de gemeente Breda het rioolstelsel gaat
verbeteren om de lozing van ongezuiverd rioolwater op het oppervlakte
water tegen te gaan, wat er speelt bij het vervangen van slechte
riolen en wat er moet worden gedaan op het gebied van beheer en
onderhoud van het rioolstelsel.
Alleen al met het uitvoeren van de verbeteringen en de vervangingen
van het rioolstelsel zou voor de periode 1992-2006 voor Breda naar
schatting een bedrag van circa 107 miljoen gemoeid zijn; te weten
77 miljoen voor aanpassingen en verbeteringen en 30 miljoen voor
vervangingen
Uit het opgenomen indicatief meerjaren investerings- en kostenplan
blijkt dat jaarlijks voor vervanging een bedrag tussen de 1,5 en 3
miljoen nodig zou zijn, voor de verbeteringen jaarlijks een bedrag
tussen de 2 en 6,5 miljoen en voor beheer en onderhoud jaarlijks
een bedrag van 2,6 a 3,3 miljoen.