- sociale veiligheid en leefbaarheid
- werk en/of zinvolle maatschappelijke participatie
- interculturele ontmoeting en verdraagzaamheid
- sociale redzaamheid en weerbaarheid
- individuele psychische en fysieke gezondheid
- sociale bijstand en opvang in noodsituaties
Deze inhoudelijke benadering verklaart tevens waarom wij met het verschijnen van deze
Kadernotitie hebben afgezien van het afzonderlijk presenteren van actieprogramma's
voor emancipatie, minderheden en sociale vernieuwing.
Het welzijn, het onderwijs en de werkgelegenheid van Bredase burgers wordt door meer
ontwikkelingen dan die binnen het bereik van deze Kadernotitie liggen, beïnvloed.
Investeringen in de stad op het gebied van woningbouw, milieu, onderhoud van de stad,
culturele voorzieningen en economische ontwikkeling eisen een aanzienlijk deel van de
gemeentelijke middelen op. Bovendien doen zich natuurlijk ook op de beleidsterreinen
van deze Kadernotitie zelf nieuwe ontwikkelingen voor die budgettaire gevolgen hebben.
Dit gegeven rechtvaardigt een omvangrijke heroverwegingsoperatie zoals die met ingang
van 1994 reeds door ons in gang gezet is. Enerzijds leidt deze heroverweging ertoe dat
er op de terreinen van welzijn, onderwijs en arbeidsmarkt geld anders ingezet of waar
noodzakelijk bezuinigd wordt. Anderzijds zien we dat op onderdelen van diezelfde ter
reinen extra middelen beschikbaar komen. Enkele belangrijke voorbeelden waarvoor
extra geld beschikbaar is gekomen zijn de vernieuwing van de Bredase Zwembaden en
de nieuwbouw van het middelbaar beroepsonderwijs voor het Florijn en Spectrum Colle
ge. In het kader van het arbeidsmarkt- en sociale zekerheidsbeleid zullen in de komende
jaren meer middelen beschikbaar komen voor de uitvoering van het uitstroomgericht
werken en het creëren van nieuwe arbeidsplaatsen voor langdurig werklozen. Ook in de
komende jaren zal er op de terreinen waarop deze Kadernotitie betrekking heeft sprake
zijn van aanzienlijke bezuinigingen en heroverwegingen. In dit verband is het van
belang te wijzen op de mogelijk omvangrijke financiële gevolgen van het Grote Steden
beleid.
Een concentratie van de gemeentelijk inzet noopt ons tot een kritische herijking van het
totale subsidiebeleid en tot het maken van keuzes. Een belangrijk deel van het gemeente
lijk subsidiebeleid is een erfenis van rijksbeleid. In jaren historisch gegroeid ontleent dit
beleid zijn legitimiteit aan de maatschappelijke verhoudingen van de twintigste eeuw. Op
de vooravond van de eenentwintigste eeuw is de vraag gerechtvaardigd wat de toe
komstwaarde is van dit gesubsidieerde stelsel van instellingen, organisaties en projecten.
Gemeentelijk subsidiebeleid mag in onze ogen niet verworden tot een kritiekloos instand-
houdingsbeleid. Daar waar organisaties en instellingen naar verhouding van de
ontvangen subsidie een geringe bijdrage leveren aan de door ons centraal gestelde
inhoudelijke uitgangspunten is heroverweging van subsidiëring gerechtvaardigd.
1.5. Kritische evaluatie en heroverweging
Heroverweging en bezuinigingen vormen onmisbare ingrediënten van een kritische
evaluatie van het beleid en een noodzakelijke voorwaarde voor de innovatie en actuali
sering van onze beleidsinspanningen.
8