4
Raadsvoorstel vervolg/ 239
De geplande woningen zullen veel overlast ondervinden van de reeds
bestaande verlichting en van geluidoverlast bij tournooien en feesten
van de hockeyclub.
De heer Stulemeijer weigert de eventuele kosten te betalen die de
hockeyclub mogelijk gedwongen zou moeten maken voor aanpassing van de
al jaren bestaande faciliteiten. Ook een beperking van de activiteiten
van de vereniging is voor hem onacceptabel.
4. De Bewonersvereniging Breda-Zuidwest
Reclamanten zijns van mening dat ingevolge het K.B. van 28 oktober
1987 nr. 189 inzake het bestemmingsplan Woonwagenstandplaatsen Rui-
tersboslaan (ged. herziening 1981/1 van het bestemmingsplan Ruitersbos
1972) een afstand van ten minste 75 meter noodzakelijk is tussen de
woonwagens en de huizen. In de uitspraak van de Raad van State van 10
oktober 1991 nr. 01.91.0041 heeft de Raad van State beslist dat de
genoemde afstand van 75 meter een algemeen verbindend voorschrift is.
In het ontwerp-bestemmingsplan wordt deze 75 meter grens, dit algemeen
verbindend voorschrift, niet gerespecteerd. De geplande woonhuizen aan
de noordzijde van het plangebied liggen 22,5 meter (gemeten van
perceel tot perceel) respectievelijk 35 meter (gemeten van gevel tot
gevel) van elkaar.
De realisatie van het voorliggende plan zou bovendien betekenen dat er
onvoldoende ruimte is voor de realisatie van de 10 meter brede groen
voorziening rondom de woonwagenlocatie, waartoe het K.B. van
28 oktober 1987 nr. 189 de gemeente heeft verplicht. Ook deze ver
plichting is bevestigd in de uitspraak van de Raad van State van
10 oktober 1991.
5. Brugman/Schmitz B.V. namens de bewoners van Ruitersboslaan 49a,
51a, 53, 53a, 55, 55a, 57 en 57a te Breda.
Reclamant stelt dat de afstand tussen de woonwagens op de locatie
Ruitersboslaan en de geprojecteerde woningen aan de noord-oostzijde
van het ontwerp-bestemmingsplan ca. 30 a 35 meter bedraagt. Gezien het
K.B. van 28 oktober 1987 nr. 189 dient deze afstand minimaal 75 meter
te zijn.
Overwogen zou kunnen worden om een geluidscherm te plaatsen of anders
zins het geluid vanwege het woonwagencentrum te dempen tot een aan
vaardbaar niveau.
Gezien voornoemd K.B. dienen thans nog drie vakken met ingenomen
staanplaatsen te worden vrijgemaakt. Ook hier zou overwogen kunnen
worden om een geluidscherm of enige andere voorziening te plaatsen.
Ter plaatse van de reeds verlaten twee meest oostelijke vakken zou dan
een groengordel kunnen worden ingericht. Het ging de Kroon om geluid
hinder en visuele afscherming. Beide aspecten worden gediend door een
scherm (of andere voorziening) plus groengordel van tenminste 10 meter
breed.
Reclamant stelt dat het zeer goed mogelijk is op die gronden en met
die invulling van de beide aspecten revisie te vragen van het K.B.,