7 Raadsvoorstel vervolg/ 239 De zienswijzen van de vereniging betreffen daarnaast in hoofdzaak twee aspecten n.l.: 1. het sterk vergrote risico dat bij realisering van het plan de nieuwe omwonenden hinder zullen ondervinden van de activiteiten van de vereniging met het niet ondenkbeeldige risico dat de vereniging op de locatie in haar voortbestaan wordt bedreigt. 2. een deel van de bestaande accommodatie moet blijkbaar worden opgeofferd om de realisering van het plan mogelijk te maken met voor de vereniging en de omgeving bezwaarlijke consequenties. De huidige accommodatie geeft tot op heden geen of nagenoeg geen aanleiding tot klachten van omwonenden over hinder. Van de geprojecteerde woonbebouwing liggen tenminste 10 tot 12 wonin gen binnen een afstand van 50 meter van de rand van het complex. De vereniging vreest dat aan haar activiteiten ingrijpende en kostbare beperkende voorwaarden gesteld zullen worden, om de te verwachten hinder voor de nieuwe woningen tegen te gaan. Niet duidelijk is of de vereniging de plicht heeft een milieuvergun ning aan te vragen. Dat het met de hinder wel mee zal vallen indien een aantal, in de toelichting bij het ontwerpplan vermelde voorzieningen worden getrof fen, is voor de vereniging niet duidelijk. Het afschermen van de lichten in de lichtmasten is een kostbare voorziening. Het plaatsen van (groenblijvende) bomen blijkt in de praktijk de hinder van het kunstlicht eerder te vergroten, dan te verminderen. Het vooraf informeren van de kopers over de te verwachten hinder van de sportaccommodatie zal de uiteindelijke kopers behoeven te beperken in het gebruik maken van hun rechten om die hinder volle dig tegen te gaan. Het bij het ontwerpen van de te bouwen woningen reeds beperken van de te verwachten hinder is niet meer dan een vrijblijvende suggestie. De huidige ligging van de accommodatie ten opzichte van de aanwezige bebouwing kan haast als ideaal worden bestempeld. Het is dan ook naar het oordeel van de vereniging niet verantwoord en onbegrijpelijk om daarin, met voorzienbare consequenties, zo ingrijpend en onnodig wijziging te brengen. De vereniging is van oordeel dat indien een woongebied met een zo beperkte omvang noodzakelijk is op de voorgestelde lokatie een alter natieve inrichting van dit woongebied dient te worden onderzocht, waarbij een afstand van ca. 200 meter vanaf de rand van het hockeycom- plex als uitgangspunt wordt genomen. De ontsluiting is, ondanks andersluidende berichten van de zijde van de gemeente, voorzien over het bestaande parkeerterrein, dat daarmee nog slechts ruimte overhoudt voor ten hoogste 60 tot 80 te parkeren auto's, in plaats van de thans beschikbare ruimte voor 120 auto's. Verwacht wordt dat er een verkeersonveilige situatie zal ontstaan op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 1464