5
Raadsvoorstel vervolg/240
3vanQpstal o.g. Marketing B.V.Prinsenkade 3. BREDA
Zienswii ze
a. Bij de keuze voor 'wonen boven winkels' wordt volledig voorbij
gegaan aan de situatie dat op de bovenverdiepingen sprake is van
kantoorgebruik. Verzocht wordt om de bestemming Gemengde doelein
den uit te breiden met een nieuw differentiatievlak, waarin
kantoren, showruimten, dienstverlening en maatschappelijke en
culturele voorzieningen op de verdiepingen positief worden be
stemd.
b. Ten aanzien van de bestemming van een twaalftal panden worden
bezwaren gemaakt:
- Vlaszak 10-12-14/Nieuwe Ginnekenstraat 39 a t/m c:
Zie onder a. Deze panden zijn op de begane grond gebouwd als
winkels, met op de verdiepingen kantoren.
- Haven lb: Hier is sprake van een bestaand pand, dat als zodanig
in dit bestemmingsplan behoort te worden opgenomen.
- Ontwikkelingslocatie 6 (Eiland): De randvoorwaarden zijn te
hard gefixeerd; is de eis m.b.t. de architectuur vervallen?
- Kloosterplein/hoek Molenstraat: Uit eerdere initiatieven is
gebleken, dat woningen op de verdiepingen niet realiseerbaar
zijn. Bovendien is er sprake van een grote mate van geluidhinder.
Daarom is voor de eerste verdieping differentiatievlak G1 noodza
kelijk en voor de tweede verdieping de functie dienstverlening.
- Prinsenkade 3: Gezien het feit dat het pand grenst aan de
bestemming Gemengde doeleinden wordt verzocht om verruiming van
de kantoorbestemming op de begane grond tot G-l; overigens zie
onder a.
- Nieuwe Prinsenkade 4 en 5: Differentiatievlak G-2 past niet bij
de bestemming van de aangrenzende panden: verzocht wordt om de
bestemming Dienstverlening op deze panden te leggen.
- hoek Nieuwe Prinsenkade: In het kader van de toekomstige
herontwikkeling is de woonbestemming te beperkt. Het pand sluit
aan bij het kantoor van de reclamant en kan daarin worden geïnte
greerd als de bestemming Dienstverlening wordt gegeven. Als dat
niet gebeurt wordt gevreesd voor verloedering van dit achterpand.
- De Beeldenaar: Wonen is niet meer aangegeven in artikel 6, lid
II, onder A.8. De oppervlakte voor commerciële ruimten is gemaxi
meerd op 3.500 m2 b.v.o. Contractueel is overeengekomen ca. 3.500
m2Vanuit stedebouwkundige en architectonische overwegingen kan
het van belang zijn om de volumemarge minder te beperken. Verder
zijn de oppervlaktebeperkingen per type vestiging die in artikel
6, lid II, onder A.8. zijn opgenomen, niet contractueel over
eengekomen. Het maken van een parkeerdak moet mogelijk zijn.