28 Raadsvoorstel vervolg/ 240
Ambtshalve overwegingen
Algemeen
Uit enkele praktijktoetsen is inmiddels gebleken, dat de begrenzingen,
die in artikel 4, lid I, onder C zijn opgenomen voor de realisering
van markante elementen, die een bijzonder karakter geven aan bebouwing
op cruciale punten in de stad, De mogelijkheden om tot gewenste
situaties te komen te sterk beperken.
Wij stellen voor om ten aanzien van kleine markante elementen de
beperking tot 100 m3 te schrappen, zodat alleen de extra hoogtebepa
ling van 5 meter overblijft.
Bij de grote markante elementen zou de extra hoogte van 10 meter
moeten worden verhoogd tot 15 meter.
Bovendien zou het mogelijk moeten zijn om op andere plaatsen dan nu op
de kaart Ruimtelijke karakteristiek is aangegeven kleine en grote
markante elementen toe te laten.
Kleine markante elementen kunnen vaak, met name op straathoeken en aan
pleinen, een positieve bijdrage leveren aan het straatbeeld. Hiervoor
kan een vrijstellingsbevoegdheid voor ons college uitkomst bieden.
Grote markante elementen vormen herkenningspunten in een stad, en
kunnen in dat kader een goede functie vervullen aan de ring rond het
historische stadshart. Wij stellen voor om voor de toelating van grote
markante elementen langs die ring een wijzigingsbevoegdheid op te
nemen
In de bestaande situatie is bij veelal oudere panden binnen het
karakteristiek stadsgezicht op de verdiepingen een grotere bouwdiepte
dan 15 meter aanwezig. Dit speelt met name in de gebieden, die zijn
bestemd tot Centrumdoeleinden of Gemengde doeleinden. Het voorschrif
ten die bij deze bestemmingen behoren laten dat op dit moment echter
niet toe. In verband met deze situaties is het gewenst om een vrij
stellingsmogelijkheid hiervoor op te nemen in de artikelen 5, lid V en
6, lid V. In verband hiermee zal ook de procedurebepaling in lid VI
van die artikelen moeten worden aangepast.
De bouwdiepte bij de bestemming Woondoeleinden moet volgens het
voorschrift van artikel 11, lid III, onder l.b. worden gemeten inclu
sief de aangebouwde bijgebouwen. Dit is een zeer ongebruikelijke en
sterk beperkende bepaling, die niet gerechtvaardigd is.
Wij stellen voor de aangebouwde bijgebouwen uit deze bepaling te
schrappen.
Eveneens uit praktijktoetsen is gebleken, dat niet duidelijk is, welke
goothoogte geldt op straathoeken, als in de daar bij elkaar komende
straten verschillende goothoogten zijn aangegeven en deze niet door
een hoogtescheidingslijn van elkaar zijn gescheiden. In verband
hiermee is een aanvullende regeling in de goothoogtebepaling gewenst.