30
Raadsvoorstel vervo lg/240
duidelijkheid zou in artikel 13, lid I een stallingsvoorziening
expliciet moeten worden vermeld. Parkeervoorzieningen worden immers
ook afzonderlijk vermeld.
Correcties
Bij de aanpassing van het voorontwerp-bestemmingsplan is de aanduiding
"gesloten straatwand" van de kaart Ruimtelijke karakteristiek verwij
derd. De bijbehorende bepaling in artikel 4, lid I, onder B.2.b is
daarbij abusievelijk blijven staan. Deze zal nu alsnog moeten worden
geschrapt
Ontwikkelingslocatie 4 heeft op de kaart Bestemmingen niet dezelfde
omvang als op het bij de voorschriften behorende kaartje. De kaart
Bestemmingen zal alsnog moeten worden aangepast.
Op de kaart Ruimtelijke karakteristiek is verzuimd een maximale
goothoogte aan te geven in het differentiatievlak 0-11. Deze bouwhoog
te moet, evenals in het aangrenzende vlak G-10, worden bepaald op 12
meter.
In artikel 14 is de verwijzing naar artikel 4, lid I, onder A.2
onjuist. Dit moet zijn artikel 4, lid I, onder A.3.
In het stelsel van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt ervan uit
gegaan, dat tegen een bestemmingsplan iedereen zijn zienswijzen en
bedenkingen kenbaar kan maken en beroep kan instellen. Bij het wijzi
gen of het uitwerken van een bestemmingsplan (artikel 11 W.R.O.
hebben alleen belanghebbenden een dergelijk recht. Eenzelfde lijn
wordt aangehouden in het kader van het verlenen van vrijstelling
daarvan, dan wel bij het stellen van nadere eisen (artikel 15 W.R.O.
In verband hiermee moet artikel 20 van de planvoorschriften worden
aangepast
Op de kaart ruimtelijke karakteristiek is verzuimd het getal dat de
maximale goothoogte voor de 'witte huisjes' op het terrein van de
Seeligkazerne aangeeft te omcirkelen. Dit moet alsnog worden hersteld.
De grens van de bouwvlakken aan de Nassausingel is abusievelijk op de
weggrens gelegd. Deze zal moeten worden aangepast aan de ligging van
de voorgevels van de bestaande bebouwing.
Leefmilieuverordeningen
Voor het gebied waar het bestemmingsplan Binnenstad zal gaan gelden
zijn twee Leefmilieuverordeningen van kracht. In artikel 16 van de Wet
op de Stads- en Dorpsvernieuwing is aangegeven, dat bestaande stede-
bouwkundige regelingen blijven gelden als een leefmilieuverordening