Raadsvoorstel
vervolg/ 245
Volledigheidshalve merken wij hierbij op, dat een achterstand ontstaat
in de opeenvolgende verhoging van de staangelden, omdat, teneinde de
jaarlijkse huurverhoging te kunnen realiseren, hiervoor telkenjare op
basis van vaak te laat beschikbaar gekomen informatie de staangeldver
ordening bij raadsbesluit moet worden gewijzigd en door het Ministerie
van Binnenlandse Zaken moet worden goedgekeurd.
In bijgevoegde wijzigingsverordening hebben wij de tarieven, voor de
standplaatsen gedifferentieerd naar het jaar van het aanleggen van de
locaties, opgenomen.
Gelet op de door de woningbouwvereniging aangedragen argumentatie,
stellen wij u voor de verhoogde tarieven eerst te doen ingaan per
1 juli 1996.'
De heffing en invordering van gemeentelijke belastingen geschiedt
zoveel mogelijk met toepassing van de Algemene wet inzake rijksbelas
tingen en de Invorderingswet 1990. Een aantal daarin geregelde infor
matieverplichtingen ten dienste van de belastingheffing en -invorde
ring was echter voor gemeentelijke belastingen van toepassing uitge
zonderd. Door de wijziging van genoemde wetten, de toevoeging van
artikel 246a aan de Gemeentewet, alsmede de inwerkingtreding van het
Besluit gegevensverstrekking gemeentelijke belastingheffing per
12 juli 1995 (Stb. 1995, 346) is hierin een verandering gekomen. Dit
besluit voorziet erin dat voor bepaalde categorieën derden een bepaal
de informatieverplichting geldt ten behoeve van de heffing en invorde
ring van bepaalde gemeentebelastingen. In verband met de wetswijzigin
gen dient het artikel 10 van de verordening met betrekking tot de
nakoming van verplichtingen te worden aangepast.
Consequenties
Financieel
Met de in de Wijzigingsverordening vermelde tarieven kan voor 1996 een
opbrengst worden geraamd van 267.120,00. Inclusief de rijksbijdrage
bedragen de totale inkomsten 759.284,00. De totale uitgaven (rente
en aflossing en reguliere onderhoudskosten) bedragen 807.634,00.
Communicatie