2
Raadsvoorstel vervolg/ 248
het maatschappelijk en gemeentelijk draagvlak. Vervolgens wordt een
aantal instrumenten genoemd om het milieubeleid uit te voeren. Ten
slotte wordt het milieubeleid vanuit drie invalshoeken beschreven:
themagericht (afvalverwijdering, energie, verkeer en vervoer, bodem,
water, natuur, volksgezondheid en milieu), doelgroepgericht (bedrij
ven, landbouw, bouw, huishoudens en gemeentelijk bedrijf) en gebieds
gericht (landelijk en stedelijk gebied)In deze hoofdstukken over
thema's, doelgroepen en gebieden zijn 57 doelstellingen op langere
termijn opgenomen (Strategiepunten)Deze strategiepunten zijn uitge
werkt in 144 Actiepunten. Deze actiepunten vormen uiteindelijk de
basis voor de jaarlijkse uitvoeringsprogramma's (sinds 1995 milieupro
gramma's). De vraag is nu in hoeverre we erin geslaagd zijn om deze
doelstellingen te realiseren.
EVALUATIE GMP-1 GEEN DOEL OP ZICH
De ervaringen die zijn opgedaan bij de voorbereiding en uitvoering van
het GMP-1 spelen een belangrijke rol bij de totstandkoming van het
GMP-2. De centrale onderzoeksvragen in het evaluatie-onderzoek zijn
dan ook de volgende
1. Op welke wijze en op welke terreinen is het milieubeleid uit het
GMP-1 Breda in de periode 1991 tot heden uitgevoerd?
2. Welke conclusies kunnen daaruit worden getrokken voor het GMP-2?
De evaluatie geeft geen antwoord op de vraag wat de milieu-effecten
zijn van de gemeentelijke inspanningen. Ditzelfde geldt voor de
milieukwaliteit. Daarin voorziet (voorzover mogelijk) de Bredase
milieumonitor 1995. Ook wordt geen inzicht gegeven in de ontwikkelin
gen die zich sinds 1991 op milieubeleid hebben voorgedaan op natio
naal, provinciaal en regionaal niveau bij de overheid en de doelgroe
pen. Daarvoor wordt separaat een notitie opgesteld. De bevindingen uit
de evaluatie, de milieumonitor en de nieuwe ontwikkelingen vormen
tezamen de bouwstenen voor het GMP-2.
De evaluatie is voor een groot deel intern gericht. Het betreft immers
een gemeentelijk plan. Wel is bij de evaluatie een aantal externen
geconsulteerd
TOTSTANDKOMING EVALUATIERAPPORT
Het evaluatierapport is gebaseerd op documenten van diverse diensten,
een media-onderzoek (lokale dagbladen en landelijke pers) interviews
(circa 35) en workshopsDe interviews zijn gehouden met portefeuille
houders, fractiespecialisten, functionarissen van gemeentelijke
diensten, vertegenwoordigers van de doelgroepen en intermediaire
organisaties. Voorts zijn een tiental telefonische interviews gehouden
met sleutelfiguren van externe instanties zoals het ministerie van
VROM, VNG, Rijksplanologische dienst et cetera. De resultaten van de
interviews zijn teruggekoppeld met alle geïnterviewden middels een
workshop, en waar nodig zijn de conclusies uit die gesprekken aange-