2
Raadsvoorstel vervolg/ 256
Het onderzoek omvat de periode 1987 tot juni 1995.
Het onderzoeksbureau had de opdracht zich te richten op besluitvor
ming, procedures en op het handelen van organisaties en onderdelen
daarvan.
Het onderzoek is uitgevoerd overeenkomstig de tevoren gestelde eisen
van zorgvuldigheid en beslotenheid.
De onderzoekers hebben aangegeven dat zij inzicht hebben gekregen in
alle door hen gevraagde documenten, uit openbare danwel vertrouwelijke
dossiers, en dat alle door hen benaderde personen hebben ingestemd met
één of meer gesprekken. Het onderzoek heeft zich ongehinderd kunnen
afwikkelen; zie daarvoor ook het eerste hoofdstuk van het onderzoeks
rapport.
Overwegingen
1. Op hoofdlijnen onderschrijft ons college de reconstructie en de
analyse, los van alle door Bakkenist aan uw raad gepresenteerde
waarderingen
Slechts op enkele ondergeschikte punten wijken onze eigen bevindingen
af van de opvattingen van de onderzoekers. Wij onderschrijven de vier
in het rapport genoemde gebeurtenissen als illustratief in het gehele
proces
2. De aandachtspunten ter verbetering onderschrijven wij ten volle.
Het schema op pagina 119 van het rapport geeft daarvan een heldere
samenvatting en dient als richtsnoer.
Door ingrijpen van ons college in november 1994 is slagvaardig in het
management van het bouwproces van het Chassé Theater ingegrepen. Veel
van de aanbevelingen, - feitelijk elementaire principes van projectma
nagement - zijn toen alsnog geïmplementeerd:
- een strakke sturing met enkelvoudige verantwoordelijkheden,
- duidelijke bestuurlijke verantwoordelijkheid in goede wisselwerking
met collegiaal bestuur,
- actieve informatievoorziening aan raad/raadscommissie,
- een doorzichtige, sobere project-organisatie, en
- een ondubbelzinnige doelstelling gericht op het behalen van een
enkelvoudig geformuleerd resultaat.
3. Bij andere lopende grootschalige en complexe projecten is al
rekening gehouden met de ervaringen opgedaan bij de bouw van het
Chassé Theater. Aan de hand van de door Bakkenist gedane aanbevelingen
zullen deze projecten nadrukkelijk nogmaals worden getoetst.
4. In geval van grootschalige projecten zullen wij voortaan één
verantwoordelijke wethouder aanwijzen die voor tijdige en adequate
informatie zal zorgdragen aan de leden van ons college.
De relatie tussen projectwethouder, portefeuillehouder en college zal
door ons nadrukkelijk worden bewaakt. Door middel van het instellen
van o.a. portefeuillebespreking zullen wij dit in overleg met de
nieuwe burgemeester en de secretaris nader uitwerken.
5. In het vervolg zullen wij uw raad geen voorstellen meer doen
toekomen tot het instellen van vertrouwelijke raadscommissies Ad Hoe
ter begeleiding van (bouw)processen.
6. Bij gemeentelijke projecten zal de verstrekking van interne op
drachten en de delegatiestructuur van het projectmanagement strak
worden geformuleerd. Projectdefinities zullen op deze punten steeds
helder moeten zijn, alvorens zij kunnen worden vastgesteld door ons
college. De financiële projectadministratie en de controle daarop
zullen daarin geregeld moeten zijn. De communicatie- en informatielij
nen zullen duidelijk worden aangegeven.
Definiëring van het interne projectmanagement en situering daarvan in
de gemeentelijke organisatie zal in opdracht van ons college op korte
termijn opnieuw worden bezien.