Raadsvoorstel vervolg/ 258 4 voorwaarden. Ook het BLN kent een aantal verminderingen, die gekoppeld zijn aan één percentage van het netto minimumloon3. Dit impliceert dat met het toeslagenbeleid geen besparingen worden beoogd. Die moeten ons inziens worden behaald door het realiseren van doelstellingen van fraude- en uitstroombeleid Op de derde plaats is rekening gehouden met beleidskeuzes in andere grotere gemeenten in Zuid-Nederland. Decentralisatie van beleid kan immers steeds leiden tot een zeer diverse uitvoeringspraktijk. Zeker als het gaat om de hoogte van algemene bijstand is het wenselijk om rekening te houden met beleid in vergelijkbare gemeenten. Voor zover bekend zullen de meeste grotere gemeenten in Zuid-Nederland4 hun toeslagenbeleid baseren op de forfaitaire variant. 13 Verfijning Een gesignaleerd nadeel van de forfaitaire variant is de grofmazigheidOm die reden is het model in de Bredase verordening verfijnd. - In de VNG-variant leidt iedere situatie, waarin men niet alleen woont, tot een beperkte toeslag. In Breda kan ook als men niet alleen woont recht bestaan op een volledige toeslag. De verordening kent, in hoofd lijn, een volledige en een halve toeslag. De toeslag wordt echter slechts gehalveerd, als het kunnen delen van kosten kan leiden tot een aanmerkelijk voordeel. Een beperkt voordeel leidt dus niet tot halvering van de toeslag. In 5.5.1 van de algemene toelichting op de verordening worden hiervoor criteria gegeven en toegelicht. - In de VNG-variant wordt geen onderscheid gemaakt tussen samen-wonen met derden en samen-wonen met eigen kinderen. De Bredase verordening kent dit onderscheid wel. Daarbij leidt inwoning door eigen kinderen, met een bescheiden inkomen, niet tot een lagere uitkering. - In de VNG-variant wordt geen rekening gehouden met inwoning vanwege een zorgbehoefte. Ook in die situatie wordt een lagere uitkering verstrekt, omdat kosten gedeeld kunnen worden. De Bredase verordening kent voor deze situatie een uitzondering van het beginsel van kostendeling, evenals het huidige BLN. - Verlaging van de uitkering op verschillende gronden (ontbreken woonkos ten, kamerverhuurinwonend kind met eigen inkomen) kan leiden tot een opeenstapeling van 'kortingen'. De Bredase verordening voorziet in bepalingen die dit tegengaan. - Individualisering (het afstemmen van het recht op uitkering op de omstandigheden en mogelijkheden van de persoon) blijft mogelijk. In feite ligt dat reeds in de wet verankerd. In de verordening wordt dat echter nadrukkelijk vermeld. Dat betekent dat afwijking van de regels mogelijk is, waar de omstandigheden van het geval daarom vragen. Daar naast is de mogelijkheid opgenomen om, aanvullend op de regels van de verordening, afwijkend te beslissen in onvoorziene situaties. Er worden zodoende in de verordening voldoende voorwaarden geschapen om de grofmaziheid van een forfaitair model te ondervangen. Van een zuiver forfaitair model is, gelet op de éanvullendê bepalingen, in feite geen sprake meer 1.4 Jongeren en schoolverlaters De nieuwe wet geeft de mogelijkheid om de uitkering van 21- en 22-jarigen en van schoolverlaters lager vast te stellen. Het BLN voorziet op dit moment reeds in lagere bijstandsnormen voor jongeren en schoolverlaters. De nieuwe wet voorziet in aparte normen voor jongeren tot 21 jaar. Daarop mag geen toeslag worden verstrekt (wel bijzondere bijstand, in individuele gevallen) De wet geeft de mogelijkheid om voor 21- en 22-jarigen de basisnorm of Woningdelen, kamerverhuren en inwonende kinderen met eigen inkomen leiden in het BLN tot een aftrek met 10% van het minimumloon. De Bredase verordening sluit hierop aan. Zoals Tilburg, Den Bosch, Bergen op Zoom, Maastricht, Helmond.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 1590