Bijlage bij raadsvoorstel en -besluitnr. 259
REGLEMENT SOCIALE WERKVOORZIENINGSCOMMISSIE 1995
Artikel 1.
Begrips
oms chri j vingen
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
a. bestuurscommissie
b. commissie
c
d.
wet
werknemer
de bestuurscommissie voor de BSW
Bedrijven, ingesteld ingevolge
artikel 61, eerste lid, onder
a., juncto artikel 63 van de ge
meentewet, bij raadsbesluit van
19 februari 1970;
de sociale werkvoorzieningscom
missie bedoeld in artikel 4,
eerste lid, van de wet;
Wet Sociale Werkvoorziening,
degene die ingevolge de wet in
dienstbetrekking tot de gemeente
Breda staat.
Artikel 2
Taak De commissie heeft tot taak de bestuurscommissie en
andere gemeentelijke bestuursorganen desgevraagd of uit
eigen beweging van advies te dienen over in individuele
gevallen te nemen beslissingen over:
1. Indienstneming van personen;
2. Ontslag van werknemers, in elk geval indien:
a. de werknemer gedurende twaalf maanden achtereen
wegens arbeidsongeschiktheid zijn werk heeft ver
zuimd;
b. de werknemer passende arbeid onder normale omstan
digheden kan gaan verrichten;
c. de werknemer zich bij de vervulling van zijn dienst
betrekking ernstig misdraagt;
d. de werknemer in ernstige mate de hem bij of krach
tens deze wet opgelegde verplichtingen verwaarloost;
e. arbeid in de zin van deze wet niet langer beschik
baar is noch op korte termijn beschikbaar komt;
f. de werknemer niet langer in staat is tot arbeid in
de zin van deze wet en er voor hem een alternatieve
opvangmogelijkheid feitelijk beschikbaar is.
Artikel 3.
Samenstelling 1. Burgemeester en wethouders benoemen tot lid van de com
missie
a. een vertegenwoordiger van het gemeentebestuur;
b. drie personen op voordracht van een door de minister
aangewezen algemeen erkende centrale werknemersor
ganisatie;
c. een persoon op voordracht van een door de minister
aangewezen algemeen erkende centrale werkgeversorga
nisatie;
2. Burgemeester en wethouders kunnen, de commissie
gehoord, andere personen tot lid van de commissie
benoemen
Artikel 4
Plaatsvervangen- 1. Burgemeester en wethouders kunnen voor elk lid van de
de leden commissie een plaatsvervangend lid benoemen.