2
Raadsvoorstel vervolg/ 261
Gelet op eerdere uitspraken van regering en parlement is te verwach
ten, dat het verbod op kansspelautomaten in de droge horeca nu daad
werkelijk zal worden ingevoerd.
Evaluatie gemeentelijk beleid
In 1993 is toegezegd dat het beleid eind 1995 zou worden geëvalueerd.
Die evaluatie vindt nu plaats. De evaluatie houdt in een beoordeling
van de mate waarin de maatregelen zijn uitgevoerd. Ook worden de
effecten gemeten door middel van:
een schriftelijke enquête onder een grote groep schoolgaande
jongeren;
een registratie van de de mate waarin mensen die o.a. door speelau
tomaten/gokken in problemen zijn gekomen een beroep doen op hulp
verleningsinstellingen.
De gegevens zijn in februari beschikbaar.
Vooruitlopend hierop kan worden gezegd dat het in 1993 verwachtte
effect, namelijk een sterke daling van de hulpbehoefte, zich kennelijk
niet heeft voorgedaan.
Nieuw qemeenteli-ik beleid
Wij menen dat de volgende overwegingen een rol kunnen spelen bij de
formulering van nieuw gemeentelijk beleid.
Het huidig beleid loopt nu af. De gemeente is vrij om nu nieuw beleid
vast te stellen. Daarbij moet ernstig rekening worden gehouden met het
te verwachte rijksbeleid. Te verwachten is, dat het rijk dwingend
oplegt dat er in laagdrempelige horeca-inrichtingen geen kansspelauto
maten meer mogen worden geplaatst.
Deze overgang van de 2-1-0 optie naar de 2-0-0- optie spreekt ook uit
het Program-akkoord 1994.
Voor deze overgang is ook begrip bij de horeca- en speelautomatenbran-
che.
Wel dient zo'n beleidswijziging, die onmiddellijk (1-1-1996) kan
ingaan voor nieuwe ondernemers, ruimte te bieden voor bestaande
ondernemers in de vorm van een overgangsperiode. Een periode van één
jaar (tot 1-1-1997) is ook in de ogen van de branches redelijk.
Invoering van de 2-0-0 optie zal met zich meebrengen dat er circa 100
kansspelautomaten uit circa 100 laagdrempelige horeca-inrichtingen
zoals cafetaria's e.d. moeten verdwijnen. Dit zal door wisseling van
ondernemers (en dus vergunningen) geleidelijk aan verlopen.
Zodra meer bekend is over het nieuwe rijksbeleid en zodra de gegevens
van de evaluatie van het tot nu toe gevoerde beleid beschikbaar zijn
zullen wij een voorstel doen over het in de verdere toekomst te voeren
beleid. Wij verwachten dat dit in april/mei 1996 het geval kan zijn.
Consequenties
financieel. De verlenging van de convenanten zal ook in 1996 weer een