Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1995/ 263
Registratienummer 957005728
Dienst/afdeling RME-JZ
Aantal bijlagen
Betreft: Het voeren van een artikel 19 WRO-procedure ten behoeve van
het veranderen van de inrichting van het verkooppunt voor motorbrand
stoffen aan de Ettensebaan 100 ten behoeve van de Haan Minerale Oliën
B.V.
Inleiding
Op 4 oktober 1995 is bij ons ingekomen een aanvraag om bouwvergunning
van de Haan Minerale Oliën B.V. voor het veranderen van de inrichting
van het verkooppunt voor motorbrandstoffen aan de Ettensebaan 100*.
Het perceel is gelegen in het bestemmingsplan Heilaar-Steenakker met
de bestemming "Benzineverkooppunt" (Bvp)
Het bouwplan is niet in overeenstemming met de voorschriften van dit
bestemmingsplan.
Uw raad heeft op 21 september 1995 een voorbereidingsbesluit voor de
hiervoor genoemde locatie genomen. Er is nog geen nieuw bestemmings
plan vastgesteld.
Voorstel
Te besluiten om ten behoeve van het op 4 oktober 1995 ingekomen bouw
plan van de Haan Minerale Oliën B.V. voor het veranderen van de in
richting van het verkooppunt voor motorbrandstoffen aan de Ettensebaan
100 de procedure artikel 19a WRO te voeren.
Motivering/Toelichting
Artikel 18, lid 2 Besluit op de Ruimtelijke Ordening (BRO) bepaalt dat
elk verzoek om een bouw- of aanlegvergunning, dat slechts kan worden
ingewilligd na verlening van vrijstelling als bedoeld in de artikelen
17 tot en met 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO), mede
aangemerkt wordt een vrijstellingsverzoek in te houden.
Het verzoek om bouwvergunning van de hierbovengenoemde aanvraagster
moet dus tevens worden beschouwd als een verzoek om vrijstelling ex
artikel 19 WRO.
Gelet op het bepaalde in artikel 19, lid 3 WRO heeft uw raad de be
voegdheid de beslissing omtrent het verlenen van vrijstelling aan zich
te houden. Het bouwplan heeft daartoe voor u ter visie gelegen.
Naar aanleiding van deze tervisielegging heeft meer dan 1/5 van het
aantal leden van uw raad te kennen gegeven dat zij wensen dat de raad
beslist over het onderhavige verzoek om vrijstelling.
Dit betekent dat uw raad thans moet beslissen of ten behoeve van het
onderhavige bouwplan al dan niet de procedure artikel 19a WRO gevoerd
kan worden.