2
Raadsvoorstel vervolg/ 265
Motivering/Toelichting
Gelet op het bepaalde in artikel 19, lid 3 Wet op de Ruimtelijke
Ordening heeft uw raad de bevoegdheid de beslissing omtrent het
verlenen van een vrijstelling aan zich te houden. Het verzoek om
vrijstelling heeft daartoe voor u ter visie gelegen. Naar aanleiding
van deze ter visielegging heeft meer dan 1/5 van het aantal leden van
uw raad te kennen gegeven dat zij wensen dat de raad beslist over het
onderhavige verzoek om vrijstelling.
Dit betekent dat uw raad thans moet beslissen of ten behoeve van het
onderhavige verzoek om vrijstelling al dan niet de procedure artikel
19a Wet op de Ruimtelijke Ordening gevoerd kan worden. Indien hiertoe
besloten wordt, dient het voornemen om medewerking te verlenen gepu
bliceerd te worden en wordt het verzoek 2 weken ter visie gelegd. Over
eventuele bedenkingen dient uw raad dan te besluiten. Als de bedenking
geen aanleiding zijn om af te zien van het verzoek om vrijstelling dan
kan de verklaring van geen bezwaar bij Gedeputeerde Staten worden
aangevraagd.
Urgentie bouwplan
Bij Albert Heyn bestaat de behoefte om de dienstverlening aan de
klanten en de logistiek in de winkel en in de omgeving te verbeteren
en zij wil derhalve het bestaande filiaal vervangen door nieuwbouw.
Tegelijkertijd zullen de appartementen gerealiseerd worden.
Het bouwplan voor de 27 appartementen op de betreffende locatie
waarvoor de onderhavige procedure moet worden gevoerd is opgenomen in
het woningbouwprogramma 1995.
Om een snelle realisering middels anticipatie ex artikel 19 WRO
mogelijk te maken heeft uw raad in zijn vergadering van 30 maart 1995
voor de desbetreffende locatie een voorbereidingsbesluit* genomen.
De afwijking van het bouwplan van Ahold Vastgoed B.V. voor de bouw van
winkels en appartementen aan het Valkeniersplein ten opzichte van de
geldende bestemming "bouwklasse D+W" en "achtertuinen" is dat de
locatie bestemd gaat worden voor winkels en woningen.
De ontwikkeling past in de uitgangspunten van de ontwikkelingschets
Breda-Zuid en zal in het ontwerp-bestemmingsplan Breda Zuid met deze
bestemming opgenomen worden.
Consequenties
De voorgestelde procedure strekt er toe om vrijstelling te kunnen
verlenen van de vigerende bestemmingsplanbepalingen.