2
Raadsvoorstel vervolg/ 267
Het verzoek is opnieuw beoordeeld en vanuit stedebouwkundig/planolo
gisch oogpunt bestaat er geen bezwaar tegen dat op de begane grond van
het pand Haagweg 206 een bloembinderij/winkel wordt gevestigd, terwijl
vanuit economisch oogpunt deze ontwikkeling een verlevendiging bete
kent van de inloopstraten en als positief wordt ervaren.
Vooruitlopend op de besluitvorming in de raad van 21 december 1995 en
in overleg met de advocaat van de aanvragers, is besloten uitstel te
vragen van de behandeling van deze zaak bij de Afdeling Bestuursrecht
spraak van de Raad van State.
Daar een herziening van het vigerende bestemmingsplan nog niet aan de
orde is, doch om op korte termijn toch medewerking te kunnen verlenen
dient er een voorbereidingsbesluit te worden genomen gevolgd door de
zogenaamde anticipatieprocedure ex artikel 19 van de Wet op de Ruimte
lijke Ordening.
In verband met deze laatste procedure is ambtelijk contact gezocht met
Gedeputeerde Staten, waarbij deze hebben uitgesproken geen problemen
te hebben met het voeren van de anticipatieprocedure.
Op tekening nummer 62983* is het gebied waarvoor het voorbereidingsbe
sluit zal gelden met een zwarte omlijning en grijs raster nader
aangegeven.
Consequenties
Juridisch
Communicatie
N.V.t.
Commissiebehandeling
De commissie Stedelijke Ontwikkeling kan zich met dit voorstel vereni
gen.
Burgemeester en wethouders van Breda,