6 Raadsbesluit vervolg/ 273 (mede-)verantwoordelijkheid draagt, discriminatie zoals nader omschreven onder onderdeel a.plaatsvindt of zal plaatsvinden en de betreffende aanvrager ter voorkoming of beperking hiervan niet die maatregelen treft, welke onder de gegeven omstandigheden in redelijkerwijs van de betreffende aanvrager mogen worden verlangd. 2. Onder discriminatie, bedoeld in het eerste lid, wordt voor de toepassing van deze bepaling niet begrepen het onderscheid ter opheffing van maatschappelijke achterstand. Paragraaf 6 Vaststellen van de hoogte van de geldelijke steun Artikel 1.19 1Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat de werkzaamheden binnen een door hen aan te geven termijn gereed worden gemeld. 2. Indien burgemeester en wethouders van de in het vorige lid genoem de bevoegdheid gebruik hebben gemaakt, dan dient de aanvrager terstond na de voltooiing van de werkzaamheden doch uiterlijk binnen drie jaar na het verlenen van de geldelijke steun, hetzij uiterlijk binnen de door burgemeester en wethouders gestelde termijn, te melden dat de werkzaamheden gereed zijn. 3. De gereedmelding is tevens een aanvraag om vaststelling en beta ling van de geldelijke steun. 4. De gereedmelding gaat vergezeld van een gespecificeerd overzicht van de werkelijk gemaakte kosten, alsmede van een onderhoudsplan. Burgemeester en wethouders kunnen bepalen dat de gereedmelding tevens vergezeld gaat van andere gegevens of van een accountants verklaring omtrent de juistheid van alle gegevens. 5. De aanvrager houdt alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden gedurende vijf jaar na de datum van gereedmelding ter controle beschikbaar. Artikel 1.20 De gereedmelding gaat vergezeld van een verklaring dat bij het treffen van de voorzieningen is of wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder de geldelijke steun is verleend. Artikel 1.21 Burgemeester en wethouders bevestigen binnen twee weken schriftelijk de ontvangst van een gereedmelding. Artikel 1.22 1. Binnen acht weken na ontvangst van de gereedmelding nemen burge meester en wethouders een besluit op de aanvraag om vaststelling en betaling van geldelijke steun. 2. Burgemeester en wethouders kunnen een besluit als bedoeld in het eerste lid eenmaal met acht weken verdagen voor zover de controle op de juistheid van de gegevens daartoe aanleiding geeft.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 1660