7
Raadsbesluit vervolg/ 273
Artikel 1.23
1. Indien burgemeester en wethouders bepalen dat geen gereedmelding
als bedoeld in artikel 1.19 noodzakelijk is, dient de aanvrager
een aanvraag tot betaling in, na het verrichten van de activitei
ten.
2. De betaling als bedoeld in het eerste lid wordt gedaan onder het
voorschrift dat de ontvanger van de steun uiterlijk één jaar na de
betaling een verslag aan burgemeester en wethouders zendt waaruit
blijkt dat aan het doel van de steunverlening is voldaan, alsmede
een financieel overzicht van de verrichte activiteiten. Burgemees
ter en wethouders kunnen bepalen dat dit verslag vergezeld gaat
van een accountantsverslag.
Artikel 1.24
1. Burgemeester en wethouders bepalen bij hun besluit tot het vast
stellen van de geldelijke steun de hoogte van de bijdrage.
2. De hoogte van de bijdrage als bedoeld in het eerste lid is de
hoogte van de bijdrage als bedoeld in artikel 1.13, tweede lid,
tenzij de werkelijke kosten lager zijn dan de geraamde kosten.
3. Bij vaststelling van de geldelijke steun, blijven de kosten die
niet reeds in de toezegging als subsidiabele kosten zijn goedge
keurd buiten beschouwing.
Artikel 1.25
1. De betaling vindt plaats binnen vier weken na de beslissing tot
vaststelling van de geldelijke steun.
2. Indien er geldelijke steun op termijn wordt verleend, dan wordt
deze in afwijking van het bepaalde in het eerste lid betaalbaar
gesteld aan het einde van het lopende kwartaal van het jaar,
gelegen 15 jaar na de vaststelling van de geldelijke steun, mits
is voldaan aan alle voorschriften en bepalingen als bedoeld in
deze verordening.
Artikel 1.26
1. Indien geldelijke steun wordt toegekend, kan aan de aanvrager in
daartoe aanleiding gevende gevallen een voorschot van maximaal 90%
van de te verwachten geldelijke steun worden verstrekt. Het
voorschot wordt verrekend bij de uitbetaling van de bijdrage.
2. Het verstrekken van een voorschot geschiedt onder dezelfde voor
schriften als waaronder de definitieve geldelijke steun wordt
verleend.
Paragraaf 7 Intrekken van geldelijke steun
Artikel 1.27
1. Burgemeester en wethouders kunnen een beschikking tot verlenen of
tot vaststellen van geldelijke steun geheel of gedeeltelijk
intrekken en het reeds uitbetaalde bedrag terugvorderen indien: