11 Raadsbesluit vervolg/ 273 Artikel 5.7 1. De eigenaar verplicht zich gedurende een periode van ten minste vijftien jaar na vaststelling van de geldelijke steun het monument jaarlijks te laten inspecteren op onderhoudsgebreken. 2. De eigenaar zendt terstond na ontvangst een afschrift van een rapport opgesteld door een instantie als bedoeld in het vorige lid aan burgemeester en wethouders. 3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen waaraan het in het tweede lid genoemde rapport moet voldoen. Paragraaf 4 Vaststellen van de hoogte van de geldelijke steun Artikel 58 1. De hoogte van de door burgemeester en wethouders vast te stellen geldelijke steun bedraagt een rente-afhankelijk percentage van de subsidiabele kosten, overeenkomstig de bij deze verordening behorende tabellen 1 tot en met 8, en wordt als volgt vastgesteld: a. voor kerkelijke monumenten: overeenkomstig tabel 2; b. voor monumenten met uitzondering van molens, die eigendom zijn van een in Nederland gevestigde privaatrechtelijke rechtsper soon die zonder winstoogmerk de instandhouding van één of meer monumenten ten doel heeft: overeenkomstig tabel 2; c. voor molens die vanuit een oogpunt van monumentenzorg be drijf svaardig zijn of door de restauratie bedrijfsvaardig worden gemaakt en die eigendom zijn van een in Nederland gevestigde privaatrechtelijke rechtspersoon die zonder winst oogmerk de instandhouding van één of meer monumenten ten doel heeft: overeenkomstig tabel 2: d. voor alle andere monumenten: overeenkomstig tabel 2; e. voor orgels, carillons, klokken en uurwerken, die deel uitma ken van een monument dat vermeld is in het register als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet 1988 of op de gemeentelijke monumentenlijst als bedoeld in artikel 3 van de Monumentenverordening 1994, voor zover dat monument valt: I. onder de onder a en b genoemde categorieën: overeenkomstig tabel 2, en II. onder de onder d genoemde categorieën: overeenkomstig tabel 2. 2. In afwijking van het eerste lid wordt de geldelijke steun volgens tabel 6 vastgesteld indien de geldelijke steun wordt gevraagd door een restaurerende instelling.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 1665