12 Raadsbesluit vervolg/ 273 Paragraaf 5 Overige bepalingen Artikel 59 1. Indien meer dan de helft van de werkzaamheden wordt verricht door de eigenaar, al dan niet met behulp van anderen en zonder dat bij die hulp sprake is van de uitoefening van een bedrijf, wordt het in artikel 5.4, genoemde bedrag met 55% van de met de in zelfwerk zaamheid te verrichten kosten verminderd. 2. Indien werkzaamheden, verbonden aan het treffen van voorzieningen, worden verricht door de eigenaar al dan niet met behulp van anderen, zonder dat er bij de hulp sprake is van de uitoefening van een bedrijf, worden uitsluitend de materiaalkosten tot de subsidiabele kosten gerekend. 3. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in het eerste en tweede lid. Artikel 510 1. Indien een eigenaar een monument waarvoor geldelijke steun op termijn is toegekend, binnen 15 jaar na vaststelling van de geldelijke steun, vervreemdt stellen burgemeester en wethouders de bijdrage opnieuw vast, volgens de in het tweede lid genoemde reeks, mits aan de voorwaarden en bepalingen van dit hoofdstuk is voldaan. 2. De hoogte van de bijdrage als bedoeld in het eerste lid bedraagt in het eerste tot en met het vijftiende jaar na vaststelling van de bijdrage een percentage van de berekende hoogte van de bijdra- ge: le jaar: 0% 9e jaar: 55% 2e jaar: 10% 10e jaar: 60% 3e jaar: 20% 11e jaar: 65% 4e jaar: 30% 12e jaar: 70% 5e jaar: 35% 13e jaar: 75% 6e jaar: 40% 14e jaar: 80% 7e jaar: 45% 15e jaar: 90% 8e jaar: 50% 3. Een eventueel verleend voorschot wordt op de opnieuw vastgestelde bijdrage op termijn in mindering gebracht. 4. Het eerste lid van dit artikel is niet van toepassing bij echt scheiding of bij beëindiging van een duurzame samenlevingsrelatie indien één van beiden als eigenaar in de woning achterblijft en bij overlijden indien één van de erfgenamen in de woning achter blijft. 5. Indien er sprake is van gedwongen verkoop van een gerestaureerd monument als gevolg van ziekte, werkloosheid, overplaatsing of van andere bijzondere omstandigheden, kunnen burgemeester en wethou ders geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het in het eerste lid bepaalde. 6. Indien er sprake is van een restaurerende instelling bedraagt de hoogte van de bijdrage als bedoeld in het eerste lid, in afwijking

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 1666