27 monumentale waarde wordt bepaald door de dragende onderdelen, de vloeren en het omhulsel, alsmede de omschrijving in het monumentenre- gister cq. de gemeentelijke monumentenlijst. sub a. Om de navolgende redenen is gekozen voor een ondergrens van 10.000, 1. Voor het NRF zijn, bij een lager bedrag aan subsidiabele kosten, de administratiekosten van afwikkeling etc. zo hoog, dat het voor hen niet aantrekkelijk is; 2. Het aantal subsidie-aanvragen restauratie van monumenten met de subsidiabele kosten beneden de 10.000,zijn te verwaarlozen; 3. Indien er sprake is van een totale restauratie, zal het nauwelijks voorkomen dat de subsidiabele kosten de 10.000,niet te boven gaan; 4. de stijging van de woonlasten voor de eigenaar is niet zodanig dat een bijdrage in de kosten noodzakelijk is. sub b. Deze grens wordt gehanteerd in de modelverordening van de VNG. In de gemeente Breda zijn in het kader van de Subsidieverordening stadsvernieuwing 1992 de afgelopen jaren geen aanvragen ingediend waarbij de subsidiabele kosten hoger waren dan 200.000, Artikel 5.5 a. Met de waarde van het monument wordt in dit artikel de cultuur historische waarde bedoeld. Zie ook de toelichting bij artikel 5.4. d. het toekomstige gebruik is mede bepalend voor de aard van de te treffen voorzieningen en dus voor de doelmatigheid en de hoogte van de geldelijke steun. Artikel 56 1. Deze voorwaarde wordt gesteld om nieuw verval na de gesubsidieerde verbeteringen te voorkomen. Artikel 5.7 Aan deze verplichting kan worden voldaan door een abonnement te nemen bij de Stichting monumentenwacht of een naar het oordeel van burge meester en wethouders gelijkwaardige instantie die in staat is om periodiek inspecties uit te voeren. De Stichting monumentenwacht inspecteert jaarlijks het pand en stelt daarover een rapport op. Dit rapport kunnen burgemeester en wethouders gebruiken bij het toetsen van de subsidievoorwaarden. De verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van gesignaleerde gebreken ligt bij de eigenaar. De subsidievoorwaarde is in algemene termen gesteld: het onderhoud dient gewaarborgd te zijn. Om achteraf te kunnen toetsen of deze voorwaarde voldoende is nagekomen wordt bij het verlenen van de subsidie een onderhoudsplan gevraagd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 1681