ONTWERP-UITVOERINGSCONVENANT 1996
IRW - VERVOERREGIO BREDA
1.1 Uitvoeringsprojecten 1996
I. PROJECTEN
1. Uitvoeringsprojecten
VVIJZER
De ondergetekenden:
Overwegende,
dat de gemeenteraden van de aan de vervoerregio Breda deelnemende gemeenten Breda, Etten-
Leur, Nieuw-Ginneken, Oosterhout, Prinsenbeek, Rijsbergen, Terheijden en Teteringen in 1994
op hoofdlijnen hebben ingestemd met het Integraal Regionaal Verkeers- en Vervoerplan (IRW)
van de vervoerregio Breda als beleidskader voor het regionaal verkeers- en vervoerbeleid;
dat de overige participanten in de vervoerregio Breda, zijnde het College van Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant, de directie Noord-Brabant van Rijkswaterstaat, het Rijksconsulentschap voor
Economische Zaken in Noord-Brabant, de Inspectie van de Ruimtelijke Ordening regio Zuid, het
Stadsgewest Breda, de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Westelijk Noord-Brabant en
de vervoermaa'tschappijen BBAenNSin 1994 op hoofdlijnen hebben ingestemd met het regionaal
verkeers- en vervoersbeleid, zoals weergegeven in het IRW;
dat genoemde participanten de vervoerregio Breda hebben verzocht een concreet uitvoeringspro
gramma behorende bij het IRW voor te bereiden;
dat de gemeenteraden van de betrokken gemeenten hebben ingestemd met het uitvoerings
convenant 1996;
komen overeen, zoals in het navolgende is aangegeven:
Voor de in het navolgende, onder 'A. Prioriteitenlijst infrastructuurprojecten 1996' genoemde
uitvoeringsprojecten geldt een resultaatverplichting voor 1996. Dat betekent dat de projecten op
deze lijst in 1996 moeten worden uitgevoerd, danwel dat er in 1996 een begin mee wordt gemaakt.
Rijk en/of provincie Noord-Brabant dragen bij aan de kosten per project, zoals weergegeven in
het overzicht. De betrokken gemeenten dragen het resterende gedeelte van de kosten. Slechts
bij twee projecten in het overzicht (de projecten F.3 en F. 10) is het aangeven subsidiebedrag
'hard'. Voorde overige projecten geldt het aangegeven bedrag als het maximum subsidiebedrag,
dat in principe voor dit project is gereserveerd. Dit is vanwege het feit dat op het moment van
de opstelling van dit convenant nog onvoldoende inzicht bestond in de omvang en samenstelling
van de kosten van het project om een harde uitspraak te doen over de hoogte van de bijdrage.
Het uiteindelijke subsidiebedrag voor deze projecten wordt bepaald op basis van de definitieve
aanvraag. Het totaal aan bijdragen van rijk en/of provincie dat voor 1996 voor infrastructuurprojec
ten voor de vervoerregio Breda beschikbaar is, staat aan het eind van het overzicht staat vermeld
onder 'totaal gereserveerde bijdragen rijk en/of provincie'.