5. Vervoermanaqement
III. OVERIGE ELEMENTEN
6. Beleidseffecten
7. Communicatie
-8-
ln de eerste helft van 1995 is in de regio Breda een studie uitgevoerd naar de wenselijkheid en
haalbaarheid van een regionaal vervoersdienstencentrum (RVDC). Hiermee is uitvoering gegeven
aan het IRW-project CV.17. De eindrapportage hierover is voorgelegd aan de gemeenten. In
geval van een positieve uitkomst, zal tevens een uitspraak worden gedaan over de meest gewenste
organisatorische opzet van zo'rt centrum. Afhankelijk van de uitkomsten hiervan, zal de regionale
coördinatie van vormen van kleinschalig collectief vervoer in een dergelijk centrum kunnen worden
ondergebracht.
Daarnaast worden initiatieven op het terrein van onder meer vervoermanagement en carpoolen
positief benaderd. Zo zullen de convenant-partners onder meer volledige medewerking geven
aan de realisering van het carpoolplaatsenplan van de provincie Noord-Brabant en het rijk (IRW-
project A.13). Bovendien zal in 1996 in enigerlei vorm een structureel vervolg worden gegeven
aan het carpool-proefproject 'Breda rijdt samen', dat in 1994 met sukses in de vervoerregio Breda
is uitgevoerd.
Periodiek zullen de effecten van het gevoerde beleid op hoofdlijnen worden berekend, conform
de bij het IRW gehanteerde methodiek. Groei van de automobiliteit, gebruik van de fiets, het
openbaar vervoergebruik, ongevallencijfers en milieuhinder worden in relatie gebracht met het
door de participanten goedgekeurd beleid, zoals verwoord in het IRW. Hiervoor kan onder meer
gebruik worden gemaakt van een in 1995 ontwikkeld model, waarmee de mobiliteitseffecten van
ruimtelijke ontwikkelingen inzichtelijk worden gemaakt (IRW-project SO.02).
Zo mogelijk en waar relevant zal in dit kader specifiek aandacht worden gegeven aan de economi
sche effecten van de maatregelen. Hiertoe is in 1995 een samenwerkingsproject gestart, waarin
de Provincie Noord-Brabant, de Brabantse vervoerregio's, het Provinciaal Samenwerkingsorgaan
Kamers van Koophandel Noord-Brabant, het Rijksconsulentschap voor Economische Zaken en
Rijkswaterstaat directie Noord-Brabant participeren (IRW-project SO.3). De effectmetingen vormen
een onderdeel van het monitoringsysteem van de vervoerregio en dienen mede als basis voor
de toekomstige beleidsontwikkeling. De uitkomsten van de metingen dienen te worden gekoppeld
aan de eerder vastgelegde taakstellingen voor de vervoerregio Breda.
Het communicatie-aspect verdient ruime aandacht. Een belangrijke doelstelling hierbij is het ver
krijgen van voldoende draagvlak voor de uitvoering van de maatregelen uit het IRW van de ver
voerregio Breda. Zo veel mogelijk zal gezamenlijk op regionaal niveau worden ingespeeld op
landelijk voorlichtingscampagnes. Bovendien wordt het voorlichtingsproject 'De groene en verkeers
veilige school' (IRW-project COM.3) in 1996 worden voortgezet.
Een en ander wordt nader uitgewerkt in een communicatie-strategie (IRW-project COM.1). Bij
de uitwerking van die strategie zal nadrukkelijk in ogenschouw moeten worden genomen dat
communicatie twee-richtingenverkeer inhoudt; zowel vanuit de vervoerregio naarde participanten,
als omgekeerd.