Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1995/ 282
Registratienummer 956504965
Dienst/afdeling BD/P
Aantal bijlagen -1-
Betreft: Vaststellen collectieve arbeidsvoorwaarden sector gemeenten
en Bredase uitwerkingsovereenkomst
Inleiding
Ingaande 1 april 1993 is het voor ambtenaren geldende overlegstelsel
gewijzigd. Het overleg met de vakorganisaties over de arbeidsvoorwaar
den voor gemeenteambtenaren wordt met ingang van die datum op drie
niveau's gevoerd:
1. op centraal niveau door de minister van binnenlandse zaken over
pensioen en het wettelijk deel van de sociale zekerheid;
2. op sectoraal niveau door het college voor arbeidszaken over de
hoofdlijnen van de arbeidsvoorwaarden als geregeld in het protocol
van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden. Daarin
zijn onder meer aangemerkt als onderwerpen van sectoraal overleg
de primaire salarisontwikkeling, de arbeidsduur, de
bovenwettelijke sociale zekerheid, seniorenbeleid, uitkering bij
ziekte, verlof etc. Het resultaat van deze onderhandelingen wordt
neergelegd in de collectieve arbeidsvoorwaarderegeling voor de
sector gemeenten (CAR) die op grond van de statuten van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten bindend is voor de gemeenten;
3. op lokaal niveau over de onderwerpen die niet tot het centraal of
het sectoraal overleg behoren waaronder de nadere
uitwerking van de CAR. Het college voor arbeidszaken geeft de
mogelijkheid ook voor de uitwerking van de CAR namens gemeenten te
onderhandelen. Het resultaat daarvan wordt neergelegd in de
zogenaamde uitwerkingsovereenkomst (UWO)De Gemeente Breda maakt
van die mogelijkheid geen gebruik. Over de uitwerking van de CAR
vindt daarom overleg plaats op lokaal niveau. Het resultaat daarvan
is neergelegd in de bij het besluit gevoegde Bredase
uitwerkingsovereenkomst (BUWO)
Voorstel
1. De collectieve arbeidsvoorwaarden gemeenten vaststellen als aange
geven in de bijlage bij bijgaand raadbesluit.
2. De uitwerkingsovereenkomst vaststellen als aangegeven in de bijlage
bij bijgaand raadsbesluit.
3. De besluiten onder 1 en 2 te doen ingaan op 1 januari 1996.
Motivering/Toelichting
De CAR en de UWO als vastgesteld na onderhandeling door het college
voor arbeidszaken is neergelegd in een uitgave van de V.N.G.*)