6
Raadsbesluit vervolg/25
4Indien het pensioen wordt berekend volgens zowel artikel 19 als
artikel 19a geldt voor de pensioenberekening over tijd tussen
31 december 1985 en 1 januari 1995 als laatstelijk genoten wedde een
bedrag gelijk aan de eventueel naar de regelen, bedoeld in het tweede
lid aangepaste wedde voor de vaststelling van de pensioengrondslag
voor de pensioenberekening over tijd na 31 december 1994 met toepas
sing van artikel 19a, vermenigvuldigd met een debruteringsfactorDeze
factor is de breuk, waarvan de teller honderd bedraagt en de noemer de
som is van honderd en het percentage waarmee de wedde als wethouder
per 1 januari 1995 uitsluitend ter uitvoering van artikel II van de
wet van 19 mei 1994, houdende wijziging van de Algemene pensioenwet
politieke ambtsdragers (onder andere ter zake van inhoudingen op het
inkomen en gelijke franchise voor de pensioenberekening) (Stb. 418) is
gewij zigd.
5Bij de berekening van een pensioen van een gewezen wethouder die
voor 1 januari 1986 voor zijn bezoldiging geacht werd niet de volledi
ge werkweek aan het wethouderschap te besteden, wordt de laatstelijk
genoten wedde, vastgesteld volgens het tweede of derde lid, vermenig
vuldigd met de deeltijdfactor.
Van artikel 18 vervallen het zesde en zevende lid.
In lid 4 wordt "in artikel 3, lid 2" twee maal vervangen door: in
artikel 4a. De zinsnede "in artikel 3, leden 1 en 4" wordt vervangen
door: in artikel 3, leden 1 en 2
Het opschrift van artikel 19 komt te luiden: Berekening van het eigen
pensioen over tijd tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995.
Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede "na 31 december 1985" vervangen
door: tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995.
2. Het tweede lid vervalt.
3Het derde tot en met elfde lid worden vernummerd tot het tweede tot
en met tiende lid.
Na artikel 19 wordt een nieuw artikel 19a ingevoerd, luidende:
Artikel 19a Berekening van het eigen pensioen over tijd na 31 december
1994
1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op pensioenberekeningen
over tijd doorgebracht als wethouder na 31 december 1994.
2. Artikel 19, tweede lid, is van toepassing, met dien verstande dat
de in dat lid bedoelde franchise het bedrag is, genoemd in artikel
F7aa, tweede lid, van de Algemene burgerlijke pensioenwet dan wel het
met toepassing van het derde lid van dat artikel gewijzigde bedrag.
3. Artikel 19, derde en zevende tot en met tiende lid, zijn van
toepassing.