Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1995/^7
Registratienummer 946504317
Dienst/afdeling BD/DFIN/ABL
Aantal bijlagen Geen
Betreft: HET DELEGEREN VAN DE BEVOEGDHEDEN AAN HET COLLEGE VAN BURGE
MEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANGAAN VAN GELDLENINGEN, HET UITLENEN
VAN GELDEN EN HET BELEGGEN VAN OVERTOLLIGE KASMIDDELEN.
Inleiding
Op grond van artikel 156 van de nieuwe gemeentewet kan de raad alle
bevoegdheden overdragen, behalve die betreffende: het instellen van
een bedrijf/tak van dienst, begrotingen, rekening, strafverordeningen,
organisatie en controle financiën, belastingen.
1. aan burgemeester en wethouders te delegeren de bevoegdheden tot het
aangaan van geldleningen, het uitlenen van gelden en het beleggen van
overtollige kasgeldmiddelen.
Motivering/Toelichting
Op 15 april 1984 heeft uw raad besloten om, ter voorziening in de
behoefte aan kasgeld, een of meer kas- en/of daggeldleningen aan te
gaan en het college opgedragen de leningen af te sluiten. Het totaal
van deze leningen mag niet meer bedragen dan de hoogte van de kasgeld
limiet (thans f. 75.000.000,
Voor de financiering van de kapitaaluitgaven als mede voor de consoli
datie van schulden op korte termijn heeft uw raad op 25 november 1993
besloten een of meer geldleningen aan te gaan tot een bedrag van
f. 100.000.000,en het college opgedragen deze leningen af te
sluiten. Van dit besluit resteert nog een bedrag van f. 27.500.000,
Sedert 1 januari 1994 kan de raad het aangaan van leningen delegeren
aan het college van burgemeester en wethouders.
Door deze delegatie kan formeel geregeld worden wat in de praktijk
reeds jaren geschiedt; het tijdstip wanneer, de bedragen en de loop
tijd van de leningen werd reeds door ons college bepaald op grond van
de rente-ontwikkelingen en de financieringsbehoefte.
Via de Maraps en de verantwoording bij de jaarrekening zullen wij u
informeren over het gevoerde financieringsbeleid.
Consequenties
Voorstel
Geen