Gemeente Breda Raadsvoorstel 1995/ 33
Registratienummer 948002499
Dienst/afdeling SAW/WLZ/OE
Aantal bijlagen 1
Betreft: Bestuurscommissie openbaar voortgezet (speciaal) onderwijs
Inleiding
In het programma accoord 1990-1994 was opgenomen, dat ernaar gestreefd
werd het bestuur van het openbaar onderwijs over te dragen aan een
bestuurscommissie ex art. 61 van de (oude) gemeentewet, gebaseerd op
de wens van het college om de "betrokkenheid van ouders/verzorgers bij
het bestuur van het openbaar onderwijs te optimaliseren."
Voor de instelling van een bestuurscommissie was indertijd instemming
van de medezeggenschapsraden vereist.
In de genoemde raadsperiode is dat voornemen voor wat betreft het
openbaar basis- en speciaal onderwijs gerealiseerd.
In februari 1993 heeft bij de landelijke geschillencommissie voor het
openbaar onderwijs een geschil gediend vanwege het ontbreken van de
vereiste instemming van 3 van de 4 medezeggenschapsraden van scholen
voor voortgezet (speciaal) onderwijs. De commissie heeft geoordeeld
dat alvorens tot definitieve besluitvorming wordt overgegaan
het niet onredelijk is daaraan voorafgaand eerst het directie
statuut vast te stellen
in voldoende mate moet worden aangegeven waarom gekozen wordt voor
een enkele bestuurscommissie voor het openbaar voortgezet (speci
aal) onderwijs en niet voor een bestuurscommissie per school.
In april 1993 is aan alle betrokken scholen een brief gezonden (bijla
ge) waarin werd toegezegd dat met de besluitvorming over de bestuur-
commissie niet alleen gewacht zou worden tot na de vaststelling van
het directiestatuut, maar ook tot na de wijziging van het reglement op
de medezeggenschap (als gevolg van een wijziging van de wet). In de
brief is tevens uitvoerig gemotiveerd, waarom gekozen wordt voor een
bestuurscommissie voor het openbaar voortgezet onderwijs. Aan de
medezeggenschapsraden werd gevraagd een bijdrage te leveren aan de
gedachtenvorming
In juni en in november 1993 is met de medezeggenschapsraad van v.
Cooth scholengemeenschap over de bestuurscommissie gesproken.
In november 1993 is overleg gevoerd met de medezeggenschapsraad van
het stede lijk gymnasium. Met een vertegenwoordiger van die medezeg
genschapsraad is in december 1993 nogmaals uitvoerig van gedachten
gewisseld
In augustus 1993 is het medezeggenschapsreglement gewijzigd en in
maart 1994 is het directiestatuut vastgesteld, beide met algemene
instemming.
Op 4 april 1994 heeft het college een voorlopig besluit over de
bestuurscommissie voorgelegd aan de medezeggenschapsraden met het
verzoek hierop te adviseren.
In dat voorstel is ook ingegaan op de reactie van de medezeggenschaps-