b. aan- en verkoop van roerende zaken;
c. huur en verhuur dan wel het op andere wij
ze in gebruik nemen of geven van roerende
of onroerende zaken;
een en ander, mits de uit dergelijke beslui
ten voor de gemeente Breda voortvloeiende fi
nanciële lasten zijn gedekt middels een in
een goedgekeurde gemeentelijke begroting op
genomen budget.
3. De commissie heeft voorts de bevoegdheid tot:
a. het beoordelen en beslissen of vanwege de
gemeente Breda een rechtsgeding zal wor
den gevoerd;
b. het nemen van alle conservatoire maatrege
len, zowel in als buiten rechte, en het
doen van al wat nodig is ter voorkoming
van verjaring of verlies van recht en be
zit, een en ander als bedoeld in artikel
164, eerste lid van de Gemeentewet.
4. De bevoegdheden, bedoeld in het eerste tot en
met het derde lid, kunnen door de commissie
slechts worden uitgeoefend binnen het kader
van de in artikel 2, onder a., omschreven
taakstelling.
mandaat 5. De commissie kan ten aanzien van door haar
nader aan te geven bevoegdheden, behorend tot
de aan de commissie toegekende bevoegdheden
doch met uitzondering van de aan de commissie
toegekende bevoegdheden van de raad, bepalen
dat deze, namens haar en onder haar verant
woordelijkheid en met inachtneming van door
haar te stellen regels, worden uitgevoerd
door het dagelijks bestuur, de voorzitter, de
directeur van de dienst Sociale zaken, Ar
beidsmarktbeleid en Welzijn of de directeu
ren/rectoren van scholen.
Artikel 4
adviesfunctie 1. Ter uitvoering van de in artikel 2, onder b.,
gegeven taakstelling kan de commissie hetzij
op verzoek van burgemeester en wethouders,
hetzij uit eigener beweging, advies uitbren
gen
2Alvorens burgemeester en wethouders terzake
van het in artikel 2 bedoelde gemeentelijk
zorgterrein besluiten nemen dan wel voorstel
len doen aan de raad, stellen zij de commis
sie in de gelegenheid om advies uit te bren
gen
begroting en
rekening
3. Het tweede lid vindt ten aanzien van de ge
meentelijke begroting en rekening, voor zover
betrekking hebbend op het in artikel 2 be-