Handleiding mer. B i 11 age 7 Art. 7.19 Het bevoegd gezag kan een orgaan aanwijzen, dat voor de toepassing van de arti kelen 7.20 tot en met 7.24, 7.25, tweede lid, en 7.26, derde lid, voor hem in de plaats treedt. Art. 7.20 1. Het bevoegd gezag zendt van een milieu-effectrapport onverwijld een exem plaar aan de commissie en aan de adviseurs. Het vermeldt daarbij de in artikel 7.17, tweede lid, bedoelde datum. 2. Het geeft openbaar kennis van het milieu-effectrapport. Van een milieu-effect- rapport dat niet door het bevoegd gezag is gemaakt, wordt uiterlijk acht weken na de in artikel 7.17, tweede lid, bedoelde datum openbaar kennisgegeven. 3. Een openbare kennisgeving als bedoeld in het tweede lid geschiedt ten minste door: fl. kennisgeving in een of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huis-bladen; b. terinzagelegging overeenkomstig artikel 7.22; c. kennisgeving in de Staatscourant in gevallen waarin Wij, een of meer van Onze Ministers of gedeputeerde staten het bevoegd gezag zijn; d. kennisgeving in een publicatie in een ander land in geval er sprake is van mogelijke belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu in dat andere land. Art. 7.21 1. In kennisgevingen als bedoeld in artikel 7.20, derde lid, vermeldt het bevoegd gezag ten minste: a. een aanduiding van de activiteit waarop het milieu-effectrapport betrekking heeft; b. het tijdstip waarop een exemplaar van het milieu-effectrapport ter inzage wordt gelegd, alsmede de uren waarop en de plaats waar het ter inzage ligt; c. het orgaan waarbij en de termijn waarbinnen door een ieder schriftelijk op merkingen kunnen worden ingediend met betrekking tot het milieu-effect rapport; d. dat overeenkomstig artikel 7.23, vijfde lid, degene die opmerkingen indient, kan verzoeken zijn persoonlijke gegevens niet bekend te maken. 2. Het bevoegd gezag deelt de in het eerste lid, onder b tot en met d, bedoelde gegevens mede aan degene die het milieu-effectrapport heeft overgelegd, aan de commissie en aan de adviseurs. Art. 7.22 1. Het bevoegd gezag legt met een exemplaar van het milieu-effectrapport een exemplaar ter inzage van de overeenkomstig artikel 7.15 gegeven richtlijnen inzake de inhoud van dat rapport en van de adviezen en opmerkingen, die daar omtrent overeenkomstig het bij of krachtens artikel 7.14 bepaalde zijn inge bracht. 2. Het voegt telkens zo spoedig mogelijk bij de ter inzage liggende stukken de ove rige stukken waarvan de terinzagelegging in dit hoofdstuk is voorgeschreven. 3. Vanaf de dag waarop het milieu-effectrapport ter inzage is gelegd, kan een ieder de ter inzage liggende stukken kosteloos inzien tot het tijdstip waarop het besluit bij de voorbereiding waarvan het milieu-effectrapport is gemaakt, onher roepelijk is geworden. Het bevoegd gezag stelt de uren waarop en de plaats waar de stukken kunnen worden ingezien, vast, met dien verstande dat de stuk ken gedurende vier weken nadat het milieu-effectrapport ter inzage is gelegd, in elk geval kunnen worden ingezien tijdens de werkuren alsmede desgevraagd ten minste gedurende drie aaneengesloten uren per week buiten de werkuren. Het bevoegd gezag verstrekt een ieder desgevraagd, tegen betaling van de kos ten, voor zover mogelijk een exemplaar van de stukken. Art. 7.23 1. Gedurende een door het bevoegd gezag te bepalen termijn van ten minste vier weken vanaf de dag waarop het milieu-effectrapport ter inzage is gelegd, kan een ieder opmerkingen over het milieu-effectrapport schriftelijk inbrengen. 190

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 23