- 3 - RAADSBESLUIT vervolg 52 Artikel 7informatieplicht verkoper, onderzoeksplicht koper Afgezien van het hiervoor bepaalde, staat verkoper er voor in aan koper met betrekking tot het/de registergoed(eren) die informatie te hebben gegeven, die naar geldende verkeersopvattingen door hem ter kennis van koper behoort te worden gebracht Koper aanvaardt uitdrukkelijk dat de resultaten van het onderzoek naar die feiten en omstandigheden die naar geldende verkeersopvattingen tot zijn onderzoeksgebied behoren, voor zijn risico komen (voorzover deze aan verkoper thans niet bekend zijn) Artikel 8: risico-overgang, beschadiging a. Het/de registergoed(eren) komt/komen voor risico van koper: 1. bij een voortijdige ingebruikneming van het/de registergoed(eren) met ingang van de datum van ingebruikneming; 2. zodra de notariële akte van levering is ondertekend. b. Indien het/de registergoed(eren) vóór het tijdstip van risico-overgang anders dan door toedoen van de koper geheel of gedeeltelijk verloren gaat/gaan of in meer dan geringe mate wordt beschadigd, is verkoper verplicht koper daarvan onverwijld in kennis te stellen en is deze overeenkomst van rechtswege ontbonden, tenzij binnen 4 weken nadat het onheil is geschied, maar in ieder geval voor het in artikel 1 genoemd tijdstip van levering koper niettemin uitvoering van de onderhavige overeenkomst verlangt, in welk geval verkoper aan koper zal overdragen: het verkochte in de staat waarin het zich als dan bevindt, alsmede - zonder enige bijzondere tegenprestatie naast de overeengekomen koopprijs - alle rechten, welke verkoper ter zake van vorenbedoelde schade, hetzij uit hoofde van verzekering, hetzij uit andere hoofde jegens derden kan doen gelden. Artikel 9bodemonderzoek a. Omtrent de aanwezigheid van voor het milieu of de volksgezondheid gevaarlijke of niet aanvaardbare stoffen in de te verkopen grond, is een bodemonderzoek verricht. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in de rapporten van de Milieudienst van de gemeente Breda, gedateerd november 1993, nummer 14156, augustus 1994, nummer 14204 en oktober 1994, nummer 10984, in welk(e) rapport(en) de toestand van de grond wordt omschreven en waaruit blijkt dat er behoudens de locatie zoals omschreven in laatstgenoemd rapport, welke zal worden gesaneerd, geen reden is om aan te nemen dat zich in de grond dergelijke stoffen bevinden, die naar de huidige maatstaven schadelijk zijn te achten voor het milieu, of die anderszins onaanvaardbaar zijn. Evenmin heeft verkoper, gezien het voorafgaande gebruik van de grond voorzover dat aan de verkoper bekend is, reden om aan te nemen, dat dergelijke stoffen zich in de grond zouden kunnen bevinden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 324