- 5 - RAADSBESLUIT vervolg 52 Artikel 15bouwplicht a. Koper is verplicht binnen 2 maanden na de datum van het besluit tot verkoop van de grond te starten met de bouw van de in artikel 4 lid 6 aangeduide woningen, tenzij door partijen nader anders is/wordt overeen gekomen. Onder het starten van de bouw wordt ten dezen verstaan dat de palen zijn geheid en/of de fundamenten zijn gelegd en dat de begane grondvloer is aangebracht. b. Koper(s) verbindt/verbinden zich de in artikel 4 lid 6 genoemde woningen binnen 12 maanden na de datum van het notarieel transport c.q. de datum van de afgifte van de bouwvergunning te hebben voltooid. c. Voor iedere niet-nakoming van de verplichting vervat in het eerste en tweede lid, zal door koper en zo meer kopers te samen gekocht hebben, door hen als hoofdelijke debiteuren, na ingebrekestelling, ten behoeve van de gemeente een dadelijk opeisbare boete verschuldigd zijn van 1% van de totale koopsom per dag, met een minimum van 100,-- per dag, voor iedere dag dat de overtreding voortduurt. Artikel 16B.T.W. a. De registergoederen, kadastraal bekend gemeente Princenhage sectie I nummer(s) 4062 en 4808 (alle gedeeltelijk), groot ongeveer 8570 ma zoals op tekening nummer 62063 van het gemeentelijk Grondbedrijf (geda teerd 27-06-1994) met een grijze kleur (en arcering) is aangegeven, heeft de navolgende bewerkingen ondergaan: 1. de bestaande opstallen zijn gesloopt en verwijderd; 2. de bestaande beplanting (struiken en bomen) zijn verwijderd; 3. de grond is gedeeltelijk gesaneerd. b. De navolgende voorzieningen uitsluitend ten behoeve van het/de onder A. genoemde registergoed(eren) zijn getroffen: 1. aangelegd is een vuil- en regewaterriool c. Het onder A. genoemde registergoed is bouwrijp gemaakt en moet derhalve beschouwd worden als een vervaardigd goed als bedoeld in artikel 11, eerste lid, letter a, onder le, van de Wet op de omzetbelasting 1968, zoals deze bepaling is te verstaan in het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 21 november 1990, rolnummer 26.362, gepubliceerd in BNB 1991/19. d. Verkoper is mitsdien ter zake van deze levering omzetbelasting ver schuldigd en is gerechtigd deze aan koper in rekening te brengen. Artikel 17ketting/boetebeding De bepalingen van de artikelen 13 en 14, alsmede dit artikel moeten bij elke vervreemding van het/de registergoed(eren) of een gedeelte daarvan, alsmede bij elke toekenning van een zakelijk genotsrecht op het/de regis tergoed (eren) of een gedeelte daarvan, aan de opvolgende eigena(a)r(en) of zakelijk gerechtigden worden opgelegd en worden bedongen ten behoeve van de gemeente Breda, tenzij de bedoelde bepalingen inmiddels zijn uitgewerkt; bij niet-nakoming van deze bepalingen verbeurt de nalatige partij, na ingebrekestelling, ten behoeve van de gemeente Breda een direct opeisbare boete van 100,-- per dag, voor iedere dag dat de overtreding voortduurt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 326