3
Raadsvoorstel vervolg/ 54
aan de noordzijde van het Stadhuisbordes als ongewenst ervaren.
Het zal tenslotte duidelijk zijn dat de horeca-ondernemers voorstander
zijn van een ruimhartig winterterrassen-beleid"in principe voor elke
ondernemer, die dat wil". Zij vinden winterterrassen van belang voor
de gezelligheid op het plein en als verruiming van de horeca-mogelijk-
heden.
Op het moment is een tweetal winterterrassen bij de huisnummers 4/6/8
en 20/22 in een gedoogsituatie aanwezig.
Vanuit de gemeente moet het volgende worden toegevoegd. Het is zeer
noodzakelijk dat er een duidelijk winterterrassen-beleid wordt gefor
muleerd door het gemeentebestuur. Daarmee kunnen allerlei verschillen
de gedoogsituaties en hun mogelijke precedentwerking worden vervangen
door een nieuwe regeling.
Het toestaan van winterterrassen op de Grote Markt zal leiden tot een
vraag naar winterterras-mogelijkheden op de Havermarkt, de Veemarkt
straat en andere horeca-concentraties in de stad (v.Coothplein,
Ginneken)Winterterrassen op de Grote Markt dienen zo eenduidig
geregeld te zijn dat er geen rechtsongelijkheid ontstaat. Een regeling
voor de Grote Markt moet daarom gebaseerd zijn op het unieke karakter
van dit plein, zodat geen voeding wordt gegeven aan gevoelens van
oneerlijke concurrentie.
Duidelijk is dat bij het opstellen van een definitieve verordening
voor winterterrassen de financiële en juridische contractvorm nader
bepaald dient te worden (huur of (erf-)pacht)
De nutsbedrijven stellen zich op het standpunt dat kabels en leidin
gen, die onder de winterterrassen komen te liggen i.v.m. de bereik
baarheid hiervan, verplaatst dienen te worden.
De kosten kunnen worden opgenomen in de huur- of pachtsom.
De werkzaamheden dienen gelijktijdig met de andere werkzaamheden aan
de ondergrondse infrastructuur van de Grote Markt te worden uitge
voerd. De daarmee samenhangende kosten worden derhalve door de gemeen
te voorgefinancierd.
Advies cie. WAM
De commissie WAM heeft in haar advies een aantal kritische opmerkingen
gemaakt over het toestaan van winterterrassen (zie bijlage). Deze
opmerkingen leiden tot de conclusie dat de voorstellen van de rappor
tage Oostveen/Verheyen nog nadere aandacht verdienen alvorens deze
gebruikt kunnen worden als toetsingskader voor het verlenen van
bouwvergunningen
3