2
Raadsvoorstel vervolg/64
van Breda voor ongeveer de helft in Achter Emer kan worden gedekt.
Voor het overige zullen terreinen buiten de gemeentegrenzen moeten
worden gevonden. In deze herziening wordt bovendien de maximale omvang
van de bedrijven op dit bedrijventerrein teruggebracht van 12.000 tot
6.000 m2. Hiermee wordt aansluiting gezocht bij de in de in het
algemeen gewenste maximumomvang, die in paragraaf 4.4. (programma) van
de bestemmingsplantoelichting op het oorspronkelijke plan Achter Emer
is genoemd en niet bij de eveneens daar genoemde uitzonderingsgevallen
met een omvang van ca 1 ha.
Voorstel
Te besluiten tot vaststelling van het bestemmingsplan Achter Emer,
herziening 1994, een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel
behorende raadsbesluit.
MotiveringToe1icht ing
Het bestemmingsplan Achter Emer, herziening 1994 heeft met ingang van
19 september 1994 gedurende 4 weken in ontwerp ter inzage gelegen,
nadat daaraan tevoren via advertenties in de Stem en in de Staatscou
rant van 16 september 1994 bekendheid is gegeven.
Binnen de daartoe gestelde termijn is tegen deze planherziening een
tweetal zienswijzen* ingediend, te weten door:
1. A.R. van Damme, Achter Emer 15, 4824 ZA BREDA, mede namens een
aantal personen, woonachtig aan de Rietdijk en Achter Emer, enkele
bedrijven gevestigd op het bedrijventerrein Achter Emer en de Bewoners
Belangengroep Asterd, die door het zetten van hun handtekening geacht
worden daarmee ook alle afzonderlijk een gelijkluidende zienswijze te
hebben ingediend.
2. de Stichting Bewonerskomitee Haagse Beemden, vertegenwoordigd door
de secretaris P.J. van Overbeeke, Noortberghmoeren 37, 4824 JA BREDA,
waarbij dezelfde lijst van personen, bedrijven en de Bewoners Belan
gengroep Asterd is gevoegd, echter zonder handtekeningen.
De beide ingediende zienswijzen zijn woordelijk hetzelfde, zij het dat
de Stichting Bewonerskomitee Haagse Beemden nog op één punt refereert
aan eerdere vragen aan de toenmalige dienst Openbare Werken over de
vestiging van een kermisexploitant. Omdat deze referentie geen betrek
king heeft op de onderhavige bestemmingsplanherziening, kan zij buiten
beschouwing blijven. Hieronder volgt de samenvatting van de beide
zienswijzen, zoals die door de opstellers zelf is uitgeschreven. Het
hier opnemen van de samenvatting houdt niet in, dat de rest van de
zienswijzen niet in de beoordeling wordt meegenomen. Zij worden in hun
geheel in de beschouwingen betrokken. De nummers tussen de haakjes
