6
Raadsvoorstel vervolg/64
drijfsactiviteiten worden verkleind. Binnen de gemeente Breda zullen
alle bestemmingsplannen worden aangepast aan de nieuwe VNG-publicatie.
Uit de jurisprudentie blijkt, dat alleen een dergelijke landelijke, en
op zorgvuldige wijze totstand gekomen lijst van bedrijven en inrich
tingen door de Kroon wordt geaccepteerd. Gemeenten die eigen lijsten
hebben ontwikkeld zijn meermaals door de Kroon terechtgewezen, omdat
de inhoud van de lijst en de gemaakte keuzen onvoldoende waren onder
bouwd. Dit risico is bij de lijst van de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten niet aanwezig.
Wij achten dit onderdeel ongegrond.
3. Zoals in de inleiding al is aangegeven ligt het in de bedoeling om
met de bestemmingsplanherziening 1994 rekening te houden met de
beslissing van Gedeputeerde Staten inzake de herziening 1992. Omdat
Gedeputeerde Staten hebben gesteld, dat de regeling voor de toelating
van afvalverwerkende bedrijven niet door middel van een vrijstelling
behoorde te geschieden, is het noodzakelijk om tot een directe bestem
ming voor dit soort bedrijven over te gaan. In ambtelijk overleg met
de provincie Noord-Brabant naar aanleiding van het goedkeuringsbesluit
is dit overigens bevestigd.
De oppervlakte voor de vestiging van afvalverwerkende bedrijven is met
de herziening 1994 niet vergroot. De vergroting heeft in 1992 plaats
gevonden.
Er is geen sprake van een feitelijke verkleining van de afstand tussen
de nog op het bedrijfsterrein te vestigen bedrijven en de woningen aan
Achter Emer. De reclamanten leiden dat af uit de gewijzigde staat van
bedrijven en inrichtingen, die ertoe leidt, dat sommige van de vroege
re categorie-4-bedrijven nu tot categorie-3 zijn gaan behoren en
daardoor dichter bij de woningen aan Achter Emer kunnen worden toe
gelaten. Ten aanzien van de gebruikte staat van inrichtingen verwijzen
wij voor dit onderdeel naar de motivering onder 2.
4/5. Ook bij de vorige herziening hebben de reclamanten gevraagd om
een alternatievenonderzoek. Bij de opstelling van het oorspronkelijke,
en op dit moment geldende bestemmingsplan Achter Emer is expliciet
gesteld, dat in een deel van dit plangebied van dit plan afvalverwer
kende bedrijven (toen nog "onordelijke" bedrijven genoemd) zouden
worden toegelaten. Daarbij heeft de overweging meegespeeld, dat voor
het overige in Breda geen mogelijkheden aanwezig waren om dit soort
bedrijven onder te brengen. Het zoeken naar mogelijkheden voor derge
lijke bedrijven heeft plaatsgehad in het kader van de afnouw van het
regionaal woonwagencentrum Driekoningenoord, en de keuze om deze
bedrijven in Achter Emer onder te brengen is op basis van de toen
verrichte locatiestudie gemaakt. Voor een heroverweging ten principale
zou alleen reden aanwezig zijn, indien Gedeputeerde Staten of de Kroon