7
Raadsvoorstel vervolg/64
aan het principe van toelating van dat soort bedrijven op deze plaats
goedkeuring zouden hebben onthouden. Hiervan is echter geen sprake.
Het gaat om de juridische instrumenten waarmee de gemeente deze
bedrijven kan toelaten en om de omvang van het daarvoor bedoelde
terreingedeelte
Ten aanzien van de aangevoerde motieven waarom in dit gebied geen
categorie-3, -4 en afvalverwerkende bedrijven kunnen worden gevestigd
merken wij ten overvloede nog het volgende op.
Het gebied Achter Emer vormt hydrologisch één geheel met Haagse
Beemden. Omdat in de milieuvergunning voor de hier te vestigen bedrij
ven eisen worden gesteld dat geen vervuiling van het grond- of opper
vlaktewater kan plaatsvinden behoeft niet te worden gevreesd voor
verspreiding van een dergelijke vervuiling via het gemaal Achter Emer.
Ook nu nog is de bedoeling de toelating van bedrijven in de lagere
milieucategorieën (1, 2 en 3), met een uitzondering voor categorie-4-
bedrijven als die qua aard en invloed op de omgeving zijn gelijk te
stellen met categorie-3-bedrijven. Afvalverwerkende bedrijven kunnen
alleen worden toegelaten als zij in één van deze categorieën vallen.
Daarmee wordt aan het uitgangspunt niet getornd.
Het aanbrengen van de in het bestemmingsplan aangegeven groenzone is
voldoende voor de visuele afscherming van het bedrijventerrein naar de
woningen langs Achter Emer en naar het landschap toe. Het aanbrengen
van een dijklichaam met een hoogte van drie meter zou leiden tot een
onaanvaardbare aantasting van het landschap ter plaatse. De in het
bestemmingsplan aangegeven groenzones zullen, voor zover zij in het
kader van het bouwrijp maken van de gronden zijn aangetast, worden
teruggebracht
Bij gebruikmaking van de Moerlakenbrug voor de toegang tot de Haagse
Beemden heeft men reeds het gehele bedrijfsterrein de Krogten door
kruist, zodat Achter Emer in dit opzicht geen vreemd element betekent.
Overigens ligt de toegangspoort voor de Haagse Beemden op dit punt bij
de aansluiting Moerlaken/Emerparklaan.
Juist in verband met het onordelijke karakter van de afvalverwerkende
bedrijven is gekozen voor een ligging in het noordoostelijke deel van
het bedrijventerrein. Daardoor ondervinden de bedrijven op andere
delen van het terrein de minste invloed.
Wij achten ook dit onderdeel ongegrond.
6. Hèt criterium voor het verlenen van vrijstelling voor categorie-4-
bedrijven is, dat zij niet meer overlast voor de omgeving mogen
veroorzaken, dan categorie-3-bedrijven. Dit kan o.a. worden bewerk
stelligd door aan de vergunning op grond van de Wet Milieubeheer